Het waterspaarbekken dat onlangs werd geopend in het West-Vlaamse Beitem moet zowel de omwonenden voor wateroverlast behoeden bij een overstroming, als landbouwers uit de nood helpen die in lange droogteperiodes zonder irrigatiewater dreigen te vallen. De waterkwaliteit wordt verzekerd door metingen van de provincie, een minimum waterpeil en aansluitingen waarop de landbouwers hun beerton kunnen aankoppelen.
Het waterspaarbekken is gelegen aan de achterzijde van het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT) in Rumbeke-Beitem. Het onderzoekscentrum wordt in droge periodes ook zelf één van de afnemers van water uit het spaarbekken om de eigen proefvelden te bevloeien. “Het spaarbekken kadert in het deelbekkenbeheersplan van de provincie West-Vlaanderen”, legt gedeputeerde Bart Naeyaert uit, bevoegd voor land- en tuinbouw, integraal waterbeleid en milieuvergunningen. In totaal werd 40.000 m³ uitgegraven voor het bekken zodat bij een plotse toevoer, het water kan gebufferd worden en de Babilliebeek niet uit haar oevers treed.
Daarnaast vormt het bekken ook een waterreservoir voor landbouwers. 26.750 m³ water is gratis beschikbaar voor landbouwers, de rest, een 14.750 m³ is buffercapaciteit. Het reservoir kan in een lange droge periode de vele groentetelers in de omgeving van Roeselare uit de nood helpen in geval van watertekort. Naast deze twee hoofdfuncties, biedt het waterspaarbekken in en rond het water ook ruimte voor natuur. Natuur aanleggen in een waterspaarbekken door menselijk ingrijpen is volgens Jan Vandecavey, directeur dienst waterlopen van de provincie, niet nodig. “Vissen komen er bijvoorbeeld vanzelf in via eitjes aan de poten van bezoekende reigers”, weet Vandecavey.
“Om het natuurlijk evenwicht niet te verstoren, maken we het onmogelijk om het reservoir volledig leeg te pompen. Daalt de waterspiegel beneden één meter, dan wordt het reservoir afgesloten”, legt Vandecavey uit. “Het is ook niet de bedoeling dat landbouwers volledig afhankelijk worden van het spaarbekken voor hun watervoorziening. Landbouwers hebben eigen watervoorzieningen, maar kunnen hier terecht in periodes van droogte.”
Vandecavey is overtuigd dat de vraag naar waterspaarbekkens leeft bij landbouwers. “Op sommige locaties staan de tractoren met beertonnen in de rij aan te schuiven. Niet alleen groentetelers zijn vragende partij, maar vorig jaar bijvoorbeeld ook aardappeltelers die in september water kwamen halen om hun aardappelvelden te irrigeren voor het rooien zodat stootblauw wordt voorkomen.”
Opdat het oppompen van water makkelijk en hygiënisch kan verlopen voorziet het spaarbekken twee aansluitingen voor beertondarmen. Niet alleen kunnen twee combinaties tegelijkertijd water opzuigen, maar de aansluitingen hebben ook als voordeel dat er geen zuigslangen van de beerton rechtstreeks in contact komen met het spaarbekken. Het water is geschikt voor irrigatie want uit metingen in het verleden in andere bekkens bleek het water negen op de tien keer in orde te zijn. Veehouders moeten het water wel nog zuiveren alvorens het kan dienen als drinkwater voor het vee.