EU gebruikt landbouw als pasmunt in WTO-overleg

Na bijna negen jaar multilateraal overleg binnen de Wereldhandelsorganisatie WTO, de zogenaamde Doha-ronde, heeft men nog altijd geen compromis kunnen bereiken omtrent het wegnemen van belemmeringen voor de wereldhandel. Onderzoekers van het Peterson Institute for International Economics (IEE) in Washington berekenden dat de EU met voorsprong de meeste toegevingen doet op landbouwvlak.


Volgens Gary Clyde Hufbauer, Jeffrey Schott en Woan Foong Wong van het IEE heeft Europa bij de huidige stand van zaken ongeveer twee derde van alle toezeggingen gedaan in het overleg omtrent markttoegang voor landbouwproducten, terwijl de Europese Unie niet meer dan acht procent van de winst opstrijkt uit de toegenomen handel. De onderzoekers merken daarbij wel op dat de EU haar eigen landbouw ook het meest afschermt. Met de afspraken die nu op tafel liggen, zou voornamelijk de EU-export richting Japan en India kunnen toenemen.

Opvallend is dat van alle compromissen die de EU (en ook Japan) willen doen, de helft betrekking hebben op landbouwproducten. Dat staat in schril contrast met de 10 procent toegevingen van de VS die maar betrekking hebben op landbouwproducten, terwijl de voordelen voor de export van de VS-economie wel in de eerste plaats naar de landbouwsector gaan.

De VS neemt in de Doha-ronde 6,2 procent van de door alle landen binnen de Doha-ronde beloofde inspanningen voor zijn rekening wat betreft het wegnemen van handelsbelemmeringen voor landbouwproducten. De VS mag vervolgens wel bijna 14 procent winst verwachten bij de toegenomen handel in landbouwproducten op wereldschaal.

Japan staat op nummer drie wat betreft het aantal toegevingen in het handelsoverleg omtrent landbouwproducten. Opvallend is dat Brazilië nagenoeg geen toegevingen doet op landbouwvlak, maar de Braziliaanse landbouwsector met 9,4 procent handelswinst wel opmerkelijk weet te profiteren van de bevorderde wereldhandel.

Voor landbouwproducten moet zowel de afschaffing van importtarieven als het uit de weg ruimen van importquota, exportsubsidies en steun voor de nationale landbouwsector, nieuwe markten voor producten aanboren en de wereldhandel doen toenemen. Snoeien in importtarieven en subsidies voor de landbouwsector, zou volgens het IEE de wereldhandel in landbouwproducten met 13,4 miljard euro doen toenemen.

Wat tarifaire belemmeringen betreft, zouden de importtarieven in de VS (van 1,3 naar 0,7%) en de EU (van 6 naar 3 ,4%) bijna halveren. Ter vergelijking: de importtarieven in China zouden met een akkoord in de Doha-ronde dalen van 9,6 naar 8,9 procent, in India van 60,2 naar 55,7 procent en in Brazilië van 4,1 naar 3,9 procent.

Wereldwijd en over alle sectoren heen, heeft de economie 130 tot 223 miljard euro per jaar te winnen met een akkoord, menen de onderzoekers. "Het pakket maatregelen dat voorligt, is echter geen gemeenschappelijke deler van de belangen van de landen die betrokken zijn bij het overleg", klinkt het bij het IEE, "daarom kan het niet rekenen op de noodzakelijke politieke steun." De Doha-ronde duurt inmiddels al langer dan de voorgaande Uruguay-ronde, die zeven jaar en zeven maanden in beslag nam.

Bij aanvang van de Doha-ronde in november 2001 werd het voornemen uitgesproken de ontwikkelingslanden extra te laten profiteren van het wereldhandelsoverleg. Momenteel nemen de geïndustrialiseerde landen 93 procent van de beloofde inspanningen voor hun rekening. De onderzoekers zijn van oordeel dat het een grote vergissing zou zijn de hoop nu op te geven. "De handelsronde kan nog steeds succesvol zijn als de belangrijkste handelsblokken van de G-20 het overleg een nieuwe impuls geven."