De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Joke Schauvliege, staat akkerbouwers en veehouders toe om tot 11 september mest uit te rijden, in plaats van tot 1 september. Door de natte weersomstandigheden konden boeren niet eerder mest uitrijden.
De mogelijkheid om later mest uit te rijden geldt alleen voor graan- en vlasstoppelland in de Zand-leemstreek en de Leemstreek van de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant.
Er mag niet meer dan 100 kg stikstof per hectare op het land gebracht worden en na bemesten moet verplicht een groenbemester of wintergraan worden ingezaaid.
De milieuorganisatie Bond Beter Leefmilieu is negatief over de verlengde bemestingsperiode. "Het bemesten van akkers na de oogst heeft weinig of geen landbouwkundige waarde." Dit staat volgens de milieuorganisatie ook in het bemestingsadvies van de Mestbank. Het later uitrijden van dierlijke mest mag alleen als daarna een groenbemester of wintergraan wordt ingezaaid.
Cono verhoogt voorschot augustus
Zuivelcoöperatie Cono verhoogt de voorschotprijs voor de maand augustus met 61 cent naar €31,74 per 100 kilo exclusief btw.
Dit heeft het bedrijf bekend gemaakt. De vetprijs wordt met 10 cent verhoogd naar €2,90 per kilo, de eiwitprijs wordt met 5 cent verhoogd naar €6,55 per kilo ten opzichte van de vorige maand. De verhoging van de prijzen is mogelijk dankzij de relatief goede verwaarding van de dierse zuivelgrondstoffen. Per september krijgen de leden van Cono weer te maken met een wintertoeslag van €3,25 per 100 kilo.
Dit heeft het bedrijf bekend gemaakt. De vetprijs wordt met 10 cent verhoogd naar €2,90 per kilo, de eiwitprijs wordt met 5 cent verhoogd naar €6,55 per kilo ten opzichte van de vorige maand. De verhoging van de prijzen is mogelijk dankzij de relatief goede verwaarding van de dierse zuivelgrondstoffen. Per september krijgen de leden van Cono weer te maken met een wintertoeslag van €3,25 per 100 kilo.
Melkprijs maakt van melkvee in VS rundgehakt
Amerikaanse melkveehouders gaan opnieuw hun veestapel verkleinen om het niveau van de melkprijzen naar een hoger niveau te tillen. Dat heeft de Nationale Federatie van Melkproducenten bekend gemaakt. Weliswaar zijn de Amerikaanse melkprijzen nu een kwart hoger dan het gemiddelde van vorig jaar, maar de prijzen moeten nog verder verbeteren, vinden de melkveehouders.
Hoeveel melkkoeien er precies voor de slacht worden aangeboden, is niet bekend. Melkveehouders die hun vee laten slachten, worden gecompenseerd met geld dat de zuivelsector zelf opbrengt. "Hoe groot de kudde zal zijn, hangt af van het aantal biedingen en het prijsniveau van die biedingen", zegt Jerry Kozak, directeur van de Nationale Federatie van Melkproducenten. "We betalen in ieder geval niet meer dan de huidige marktwaarde".
Sinds de zomer van 2003 hebben Amerikaanse melkveehouders al negen keer de veestapel ingekrompen, in totaal zijn er meer dan 480.000 melkkoeien voor verwerking aangeboden. De aangekondigde ruiming is de eerste sinds het najaar van 2009. "Wij geloven dat de inkrimping van de veestapel de positieve markt van dit moment verder zal versterken en dat moet resulteren in een versneld herstel van de melkprijs", aldus Kozak.
Eerder maakte het Amerikaans ministerie van Landbouw bekend dat de melkproductie vorige maand tot 7,43 miljard kilo is gestegen, dat is 1,5 procent meer dan in april 2009. De totale veestapel daalde met 2 procent ten opzichte van een jaar eerder. De gemiddelde melkprijs die boeren dit jaar ontvangen ligt op ruim 35 cent per kilo, een stijging van 24 procent ten opzichte van 2009, laat het Amerikaanse ministerie van Landbouw weten.
Sinds de zomer van 2003 hebben Amerikaanse melkveehouders al negen keer de veestapel ingekrompen, in totaal zijn er meer dan 480.000 melkkoeien voor verwerking aangeboden. De aangekondigde ruiming is de eerste sinds het najaar van 2009. "Wij geloven dat de inkrimping van de veestapel de positieve markt van dit moment verder zal versterken en dat moet resulteren in een versneld herstel van de melkprijs", aldus Kozak.
Eerder maakte het Amerikaans ministerie van Landbouw bekend dat de melkproductie vorige maand tot 7,43 miljard kilo is gestegen, dat is 1,5 procent meer dan in april 2009. De totale veestapel daalde met 2 procent ten opzichte van een jaar eerder. De gemiddelde melkprijs die boeren dit jaar ontvangen ligt op ruim 35 cent per kilo, een stijging van 24 procent ten opzichte van 2009, laat het Amerikaanse ministerie van Landbouw weten.
Grootste salmonella-uitbraak ooit bij eieren in VS
In de VS werden al meer dan een half miljoen eieren uit de rekken gehaald vanwege een salmonella-besmetting bij twee grote verdelers van eieren. Volgens het Centers for Disease Control and Prevention (CDC) gaat het om de grootste uitbraak van salmonella in de VS sinds de start van de controles begin jaren '70. De Food and Drug Administration (FDA) sluit niet uit dat nog meer eieren moeten worden teruggeroepen.
De eieren van Wright County Egg en Hillandale Farms in Iowa worden in zowat de ganse VS verkocht zodat de omvang van de terugroepactie bijzonder groot was. Wright County Egg liet 380 miljoen eieren uit de winkelrekken halen in 22 staten en in Mexico. 170 miljoen eieren van Hillandale Farms of Iowa werden verdeeld in 14 staten zodat het in totaal over meer dan een half miljard eieren gaat die ongeschikt voor consumptie werden verklaard en uit de rekken werden gehaald.
De FDA werd gealarmeerd toen het CDC sedert mei dit jaar in de ganse VS een verviervoudiging vaststelde van het aantal salmonella-gevallen. Omdat verschillende bedrijven eieren afnemen van de twee besmette bedrijven en die verder verkopen onder verschillende merknamen, vermoedt de FDA dat nog kleinere terugroepacties kunnen volgen.
Omwille van de omvang van de besmetting werd besloten om een parlementair onderzoek in te stellen. De voorzitter van de landbouwcommissie Rosa Delauro heeft landbouwminister Tom Vilsack en FDA-baas Margaret Hamburg gevraagd volledig klaarheid te geven inzake de besmetting.
Het FDA heeft intussen honderden stalen genomen op de bedrijven Wright County Egg en Hillandale Farms. Waar het merendeel nog onderzocht wordt, toonden vier stalen al sporen van hetzelfde type salmonella dat in de eieren werd aangetroffen. Het gaat om stalen die genomen zijn van de pluimveemest en van de omgeving waar de kippen vertoeven en het materiaal dat wordt gebruikt. Twee positieve stalen zijn van het voeder afkomstig.
Uit het onderzoek bleek niet dat het voeder nog elders dan op de twee verzegelde pluimveebedrijven is terecht gekomen. Momenteel is nog niet geweten hoe het voeder besmet raakte. Daarvoor worden verschillende sporen onderzocht zoals de oorsprong van de voedergrondstoffen, de opslag van het voeder op de beide bedrijven en de wijze van voederverstrekking.
De eieren van Wright County Egg en Hillandale Farms in Iowa worden in zowat de ganse VS verkocht zodat de omvang van de terugroepactie bijzonder groot was. Wright County Egg liet 380 miljoen eieren uit de winkelrekken halen in 22 staten en in Mexico. 170 miljoen eieren van Hillandale Farms of Iowa werden verdeeld in 14 staten zodat het in totaal over meer dan een half miljard eieren gaat die ongeschikt voor consumptie werden verklaard en uit de rekken werden gehaald.
De FDA werd gealarmeerd toen het CDC sedert mei dit jaar in de ganse VS een verviervoudiging vaststelde van het aantal salmonella-gevallen. Omdat verschillende bedrijven eieren afnemen van de twee besmette bedrijven en die verder verkopen onder verschillende merknamen, vermoedt de FDA dat nog kleinere terugroepacties kunnen volgen.
Omwille van de omvang van de besmetting werd besloten om een parlementair onderzoek in te stellen. De voorzitter van de landbouwcommissie Rosa Delauro heeft landbouwminister Tom Vilsack en FDA-baas Margaret Hamburg gevraagd volledig klaarheid te geven inzake de besmetting.
Het FDA heeft intussen honderden stalen genomen op de bedrijven Wright County Egg en Hillandale Farms. Waar het merendeel nog onderzocht wordt, toonden vier stalen al sporen van hetzelfde type salmonella dat in de eieren werd aangetroffen. Het gaat om stalen die genomen zijn van de pluimveemest en van de omgeving waar de kippen vertoeven en het materiaal dat wordt gebruikt. Twee positieve stalen zijn van het voeder afkomstig.
Uit het onderzoek bleek niet dat het voeder nog elders dan op de twee verzegelde pluimveebedrijven is terecht gekomen. Momenteel is nog niet geweten hoe het voeder besmet raakte. Daarvoor worden verschillende sporen onderzocht zoals de oorsprong van de voedergrondstoffen, de opslag van het voeder op de beide bedrijven en de wijze van voederverstrekking.
West-Vlaams waterspaarbekken uitgerust op irrigatie
Het waterspaarbekken dat onlangs werd geopend in het West-Vlaamse Beitem moet zowel de omwonenden voor wateroverlast behoeden bij een overstroming, als landbouwers uit de nood helpen die in lange droogteperiodes zonder irrigatiewater dreigen te vallen. De waterkwaliteit wordt verzekerd door metingen van de provincie, een minimum waterpeil en aansluitingen waarop de landbouwers hun beerton kunnen aankoppelen.
Het waterspaarbekken is gelegen aan de achterzijde van het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT) in Rumbeke-Beitem. Het onderzoekscentrum wordt in droge periodes ook zelf één van de afnemers van water uit het spaarbekken om de eigen proefvelden te bevloeien. “Het spaarbekken kadert in het deelbekkenbeheersplan van de provincie West-Vlaanderen”, legt gedeputeerde Bart Naeyaert uit, bevoegd voor land- en tuinbouw, integraal waterbeleid en milieuvergunningen. In totaal werd 40.000 m³ uitgegraven voor het bekken zodat bij een plotse toevoer, het water kan gebufferd worden en de Babilliebeek niet uit haar oevers treed.
Daarnaast vormt het bekken ook een waterreservoir voor landbouwers. 26.750 m³ water is gratis beschikbaar voor landbouwers, de rest, een 14.750 m³ is buffercapaciteit. Het reservoir kan in een lange droge periode de vele groentetelers in de omgeving van Roeselare uit de nood helpen in geval van watertekort. Naast deze twee hoofdfuncties, biedt het waterspaarbekken in en rond het water ook ruimte voor natuur. Natuur aanleggen in een waterspaarbekken door menselijk ingrijpen is volgens Jan Vandecavey, directeur dienst waterlopen van de provincie, niet nodig. “Vissen komen er bijvoorbeeld vanzelf in via eitjes aan de poten van bezoekende reigers”, weet Vandecavey.
“Om het natuurlijk evenwicht niet te verstoren, maken we het onmogelijk om het reservoir volledig leeg te pompen. Daalt de waterspiegel beneden één meter, dan wordt het reservoir afgesloten”, legt Vandecavey uit. “Het is ook niet de bedoeling dat landbouwers volledig afhankelijk worden van het spaarbekken voor hun watervoorziening. Landbouwers hebben eigen watervoorzieningen, maar kunnen hier terecht in periodes van droogte.”
Vandecavey is overtuigd dat de vraag naar waterspaarbekkens leeft bij landbouwers. “Op sommige locaties staan de tractoren met beertonnen in de rij aan te schuiven. Niet alleen groentetelers zijn vragende partij, maar vorig jaar bijvoorbeeld ook aardappeltelers die in september water kwamen halen om hun aardappelvelden te irrigeren voor het rooien zodat stootblauw wordt voorkomen.”
Opdat het oppompen van water makkelijk en hygiënisch kan verlopen voorziet het spaarbekken twee aansluitingen voor beertondarmen. Niet alleen kunnen twee combinaties tegelijkertijd water opzuigen, maar de aansluitingen hebben ook als voordeel dat er geen zuigslangen van de beerton rechtstreeks in contact komen met het spaarbekken. Het water is geschikt voor irrigatie want uit metingen in het verleden in andere bekkens bleek het water negen op de tien keer in orde te zijn. Veehouders moeten het water wel nog zuiveren alvorens het kan dienen als drinkwater voor het vee.
Daarnaast vormt het bekken ook een waterreservoir voor landbouwers. 26.750 m³ water is gratis beschikbaar voor landbouwers, de rest, een 14.750 m³ is buffercapaciteit. Het reservoir kan in een lange droge periode de vele groentetelers in de omgeving van Roeselare uit de nood helpen in geval van watertekort. Naast deze twee hoofdfuncties, biedt het waterspaarbekken in en rond het water ook ruimte voor natuur. Natuur aanleggen in een waterspaarbekken door menselijk ingrijpen is volgens Jan Vandecavey, directeur dienst waterlopen van de provincie, niet nodig. “Vissen komen er bijvoorbeeld vanzelf in via eitjes aan de poten van bezoekende reigers”, weet Vandecavey.
“Om het natuurlijk evenwicht niet te verstoren, maken we het onmogelijk om het reservoir volledig leeg te pompen. Daalt de waterspiegel beneden één meter, dan wordt het reservoir afgesloten”, legt Vandecavey uit. “Het is ook niet de bedoeling dat landbouwers volledig afhankelijk worden van het spaarbekken voor hun watervoorziening. Landbouwers hebben eigen watervoorzieningen, maar kunnen hier terecht in periodes van droogte.”
Vandecavey is overtuigd dat de vraag naar waterspaarbekkens leeft bij landbouwers. “Op sommige locaties staan de tractoren met beertonnen in de rij aan te schuiven. Niet alleen groentetelers zijn vragende partij, maar vorig jaar bijvoorbeeld ook aardappeltelers die in september water kwamen halen om hun aardappelvelden te irrigeren voor het rooien zodat stootblauw wordt voorkomen.”
Opdat het oppompen van water makkelijk en hygiënisch kan verlopen voorziet het spaarbekken twee aansluitingen voor beertondarmen. Niet alleen kunnen twee combinaties tegelijkertijd water opzuigen, maar de aansluitingen hebben ook als voordeel dat er geen zuigslangen van de beerton rechtstreeks in contact komen met het spaarbekken. Het water is geschikt voor irrigatie want uit metingen in het verleden in andere bekkens bleek het water negen op de tien keer in orde te zijn. Veehouders moeten het water wel nog zuiveren alvorens het kan dienen als drinkwater voor het vee.
Tarweprijs stijgt verder
De Rabobank verwacht een verdere stijging van de tarweprijzen in dit seizoen. In het tweede kwartaal van dit jaar was de gemiddelde tarwenotering op de termijnmarkt in Chicago 135 euro per ton.
In het derde kwartaal stijgt dat naar $ 6,50 per bushel (188 euro per ton) en in het vierde kwartaal naar 7 dollar per bushel (202 euro per ton), verwachten analisten van Rabobank Agri Commodity Markets Research.
De reden van de prijsstijging is dat de geschatte tarweproductie in Rusland voortdurend wordt verlaagd. Bovendien is het groeiseizoen in Argentinië, de tweede tarwe-exporteur van het zuidelijk halfrond, slecht van start gegaan door droogte in de westelijke graanregio’s. Ook de tarwegewassen in West-Australië hebben een terkort aan water.
Op het noordelijk halfrond constateert de Rabobank dat alleen de VS veel tarwe oogst. De productie in Canada, de EU en de landen rond de Zwarte Zee vallen erg tegen.
Ook het nationale bureau voor de statistiek in China heeft afgelopen weekeinde aangegeven dat de graanproductie gaat tegenvallen door overstromingen. In andere regio’s in China heeft het graan last van droogte. In juli heeft China een recordhoeveelheid mais gekocht op de wereldmarkt. Ook de behoefte aan tarwe zal toenemen. China is één van de grootste tarweproducenten ter wereld. Het land heeft verreweg de grootste tarwevoorraad ter wereld.
De Rabobank schat de wereldproductie aan tarwe op 639 miljoen ton tarwe. Dat is 5 miljoen ton minder dan de International Grains Council vorige week voorspelde. Volgens de Rabobank daalt de verhouding tussen voorraad en verbruik van tarwe naar 21,5 procent.
Toch verwachten de Rabo-analisten niet dat de tarweprijzen van 2007/2008 worden gehaald. ”De verhouding tussen voorraad en verbruik is dit seizoen lager dan de 25,5 procent van vorig seizoen 2009/2010. Maar in 2007/2008 lag de verhouding op 17 procent.”
Productie VS
Volgens de Rabobank is het vooral de hoge productie in de VS die de balans op de tarwemarkt enigszins in evenwicht houdt. ”De groeiomstandigheden zijn daar uitstekend geweest.”
Het Amerikaanse ministerie van landbouw voorspelde in de prognose van juli een scherpe daling van de wereldtarweproductie naar 645,7 miljoen ton. Die daling is nog groter, verwacht de Rabobank. ”USDA overschat de productie van tarwe in Rusland, Australië en de Europese Unie.”
Voor Argentinië ging USDA nog uit van een tarweproductie van 12 miljoen ton. De Rabobank betwijfelt of het land dat gaat halen. ”Het groeiseizoen is daar net begonnen. In de westelijke graanregio’s heeft het jonge graangewas last van droogte.”
De tarwemarkt wordt verder beïnvloed door de productie in Rusland, die ondanks andere berichten van de overheid, door analisten steeds lager wordt ingeschat. Rusland heeft een exportverbod ingesteld, terwijl Kazachstan en Oekraïne de export steeds meer bemoeilijken.
De maisprijzen worden omhoog getrokken door de ontwikkelingen op de tarwemarkt, verwacht de Rabobank. ”Tijdens de oogst kunnen de maisprijzen tijdelijk onder druk staan. Maar de vraag vanuit de voersector en de ethanolproducenten zorgt voor oplopende prijzen in dit seizoen.”
In het derde kwartaal stijgt dat naar $ 6,50 per bushel (188 euro per ton) en in het vierde kwartaal naar 7 dollar per bushel (202 euro per ton), verwachten analisten van Rabobank Agri Commodity Markets Research.
De reden van de prijsstijging is dat de geschatte tarweproductie in Rusland voortdurend wordt verlaagd. Bovendien is het groeiseizoen in Argentinië, de tweede tarwe-exporteur van het zuidelijk halfrond, slecht van start gegaan door droogte in de westelijke graanregio’s. Ook de tarwegewassen in West-Australië hebben een terkort aan water.
Op het noordelijk halfrond constateert de Rabobank dat alleen de VS veel tarwe oogst. De productie in Canada, de EU en de landen rond de Zwarte Zee vallen erg tegen.
Ook het nationale bureau voor de statistiek in China heeft afgelopen weekeinde aangegeven dat de graanproductie gaat tegenvallen door overstromingen. In andere regio’s in China heeft het graan last van droogte. In juli heeft China een recordhoeveelheid mais gekocht op de wereldmarkt. Ook de behoefte aan tarwe zal toenemen. China is één van de grootste tarweproducenten ter wereld. Het land heeft verreweg de grootste tarwevoorraad ter wereld.
De Rabobank schat de wereldproductie aan tarwe op 639 miljoen ton tarwe. Dat is 5 miljoen ton minder dan de International Grains Council vorige week voorspelde. Volgens de Rabobank daalt de verhouding tussen voorraad en verbruik van tarwe naar 21,5 procent.
Toch verwachten de Rabo-analisten niet dat de tarweprijzen van 2007/2008 worden gehaald. ”De verhouding tussen voorraad en verbruik is dit seizoen lager dan de 25,5 procent van vorig seizoen 2009/2010. Maar in 2007/2008 lag de verhouding op 17 procent.”
Productie VS
Volgens de Rabobank is het vooral de hoge productie in de VS die de balans op de tarwemarkt enigszins in evenwicht houdt. ”De groeiomstandigheden zijn daar uitstekend geweest.”
Het Amerikaanse ministerie van landbouw voorspelde in de prognose van juli een scherpe daling van de wereldtarweproductie naar 645,7 miljoen ton. Die daling is nog groter, verwacht de Rabobank. ”USDA overschat de productie van tarwe in Rusland, Australië en de Europese Unie.”
Voor Argentinië ging USDA nog uit van een tarweproductie van 12 miljoen ton. De Rabobank betwijfelt of het land dat gaat halen. ”Het groeiseizoen is daar net begonnen. In de westelijke graanregio’s heeft het jonge graangewas last van droogte.”
De tarwemarkt wordt verder beïnvloed door de productie in Rusland, die ondanks andere berichten van de overheid, door analisten steeds lager wordt ingeschat. Rusland heeft een exportverbod ingesteld, terwijl Kazachstan en Oekraïne de export steeds meer bemoeilijken.
De maisprijzen worden omhoog getrokken door de ontwikkelingen op de tarwemarkt, verwacht de Rabobank. ”Tijdens de oogst kunnen de maisprijzen tijdelijk onder druk staan. Maar de vraag vanuit de voersector en de ethanolproducenten zorgt voor oplopende prijzen in dit seizoen.”
Vanthemsche ontevreden met nieuw ontwerp mestactieplan
In april dit jaar toonden Boerenbond en ABS zich verontwaardigd over het gebrek aan overleg bij de start van de onderhandelingen met Europa over een nieuw Vlaams mestbeleid. Deze week bezorgde minister Schauvliege de landbouworganisaties een aangepast voorstel. Boerenbond-voorzitter Piet Vanthemsche is niet overtuigd omdat het voorstel nog onvoldoende rekening houdt met de suggesties van de landbouworganisaties.
De Vlaamse overheid deed in de ontwerpfase van het nieuwe mestactieplan enkele tussenkomsten bij Europa zonder de landbouworganisaties te kennen. Het nieuwe voorstel is het resultaat van overleg met de landbouworganisaties dat werd opgestart na die gemiste start begin dit jaar."De landbouworganisaties hebben zich constructief opgesteld, maar worden niet altijd erkend als volwaardige gesprekspartner in de discussie”, zegt Vanthemsche daarover in het ledenblad Boer&Tuinder.
"De landbouworganisaties strijden om de belangen van de land- en tuinbouw te verdedigen, maar we doen dat steeds in de wetenschap dat de waterkwaliteit verder moet verbeteren." Vanthemsche betreurt daarom dat de Mestbank landbouwers lijkt te beschouwen als fraudeurs of tenminste als potentiële fraudeurs.
"De sector neemt zijn verantwoordelijkheid", aldus Vanthemsche, "maar vraagt ook respect voor de inspanningen die boeren leveren en oog voor de leefbaarheid van landbouwbedrijven." Vanthemsche roept minister van Leefmilieu Schauvliege en minister van Landbouw Kris Peeters op om gezamenlijk hun schouders onder dit dossier te zetten en een voor de landbouwsector gezonde oplossing bij Europa te verdedigen.
"De landbouworganisaties strijden om de belangen van de land- en tuinbouw te verdedigen, maar we doen dat steeds in de wetenschap dat de waterkwaliteit verder moet verbeteren." Vanthemsche betreurt daarom dat de Mestbank landbouwers lijkt te beschouwen als fraudeurs of tenminste als potentiële fraudeurs.
"De sector neemt zijn verantwoordelijkheid", aldus Vanthemsche, "maar vraagt ook respect voor de inspanningen die boeren leveren en oog voor de leefbaarheid van landbouwbedrijven." Vanthemsche roept minister van Leefmilieu Schauvliege en minister van Landbouw Kris Peeters op om gezamenlijk hun schouders onder dit dossier te zetten en een voor de landbouwsector gezonde oplossing bij Europa te verdedigen.
bron Boer&Tuinder
Producenten verwachten groter kunstmestverbruik in EU
Het kunstmestverbruik in de EU neemt de komende tien jaar fors toe. Dat verwacht de Europese sectorvereniging van kunstmestproducenten, Fertilizers Europe. De vraag naar kaliummeststof groeit met 10 procent het hardst. De vraag naar fosfaat en stikstof groeit met respectievelijk 3,7 en 4,5 procent. In de EU is de grote groei beperkt tot landen waar de landbouw in een stroomversnelling zit, zoals Roemenië, Bulgarije en Hongarije.
Het totale landbouwareaal in de 27 lidstaten dat bemest wordt (met kunstmest en dierlijke mest), daalt van gemiddeld 135,3 miljoen ha in de laatste drie jaar naar circa 133,6 miljoen ha. Fertilizers Europe schat dat graan en oliehoudende zaden samen 58 procent van de voedingsstoffen verbruiken. Bijna een kwart wordt door de tarweteelt opgenomen en nog eens bijna een kwart door graslanden en de teelt van diverse voedergewassen.
De grootste toename in de aanwending van kunstmest wordt verwacht in de teelt van oliehoudende zaden voor biobrandstoffen en veevoeder. Daar neemt het verbruik met meer dan 20 procent toe, terwijl op grasland juist 20 procent minder fosfaat wordt aangewend en circa zeven procent minder kalium en stikstof. Gemiddeld genomen zal voor alle teelten vooral het verbruik van kalium de komende jaren stijgen. Die meststof is de specialiteit van de Duitse kunstmestgigant K+S, maar ook van het Canadese Potashcorp dat recent de media haalde omdat mijnbouwer BHP Billitin een vijandig bod op de onderneming uitbracht.
Lidstaten waar de landbouwproductie snel groeit, verwachten de grootste toename in het verbruik van kunstmest. In Roemenië en Bulgarije zouden landbouwers 60 procent meer kunstmest afnemen dan nu het geval is. In Hongarije stijgt het verbruik met 45 procent. In West-Europa bedraagt de groei van het kunstmestverbruik gemiddeld slechts enkele procenten in de komende tien jaar: arealen krimpen omdat landbouwers stoppen en percelen ingenomen worden ten behoeve van natuurinrichting. Bovendien wordt het gebruik van kunstmest aan banden gelegd door milieuwetgeving.
Het Verenigd Koninkrijk, Portugal en Letland gebruiken minder stikstof, terwijl het verbruik van fosfaat en kalium in het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Spanje juist toeneemt. Volgens Rein Coster, directeur van de vereniging voor kunstmestproducenten, hoeven landbouwers geen grote prijsschokken te verwachten, maar kan de prijs door de toenemende vraag vanuit opkomende landen als China en India onregelmatig verlopen.
De groeiprognoses voor de sector zijn goed, maar er worden ook kanttekeningen geplaatst omdat de voorraden van zowel kalium als fosfaat fossiel en dus eindig zijn. "Fossiele meststoffen zijn onvervangbaar. Het is dus zaak er verantwoordelijk mee om te gaan”, waarschuwde Coster.
De grootste toename in de aanwending van kunstmest wordt verwacht in de teelt van oliehoudende zaden voor biobrandstoffen en veevoeder. Daar neemt het verbruik met meer dan 20 procent toe, terwijl op grasland juist 20 procent minder fosfaat wordt aangewend en circa zeven procent minder kalium en stikstof. Gemiddeld genomen zal voor alle teelten vooral het verbruik van kalium de komende jaren stijgen. Die meststof is de specialiteit van de Duitse kunstmestgigant K+S, maar ook van het Canadese Potashcorp dat recent de media haalde omdat mijnbouwer BHP Billitin een vijandig bod op de onderneming uitbracht.
Lidstaten waar de landbouwproductie snel groeit, verwachten de grootste toename in het verbruik van kunstmest. In Roemenië en Bulgarije zouden landbouwers 60 procent meer kunstmest afnemen dan nu het geval is. In Hongarije stijgt het verbruik met 45 procent. In West-Europa bedraagt de groei van het kunstmestverbruik gemiddeld slechts enkele procenten in de komende tien jaar: arealen krimpen omdat landbouwers stoppen en percelen ingenomen worden ten behoeve van natuurinrichting. Bovendien wordt het gebruik van kunstmest aan banden gelegd door milieuwetgeving.
Het Verenigd Koninkrijk, Portugal en Letland gebruiken minder stikstof, terwijl het verbruik van fosfaat en kalium in het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Spanje juist toeneemt. Volgens Rein Coster, directeur van de vereniging voor kunstmestproducenten, hoeven landbouwers geen grote prijsschokken te verwachten, maar kan de prijs door de toenemende vraag vanuit opkomende landen als China en India onregelmatig verlopen.
De groeiprognoses voor de sector zijn goed, maar er worden ook kanttekeningen geplaatst omdat de voorraden van zowel kalium als fosfaat fossiel en dus eindig zijn. "Fossiele meststoffen zijn onvervangbaar. Het is dus zaak er verantwoordelijk mee om te gaan”, waarschuwde Coster.
EU gebruikt landbouw als pasmunt in WTO-overleg
Na bijna negen jaar multilateraal overleg binnen de Wereldhandelsorganisatie WTO, de zogenaamde Doha-ronde, heeft men nog altijd geen compromis kunnen bereiken omtrent het wegnemen van belemmeringen voor de wereldhandel. Onderzoekers van het Peterson Institute for International Economics (IEE) in Washington berekenden dat de EU met voorsprong de meeste toegevingen doet op landbouwvlak.
Volgens Gary Clyde Hufbauer, Jeffrey Schott en Woan Foong Wong van het IEE heeft Europa bij de huidige stand van zaken ongeveer twee derde van alle toezeggingen gedaan in het overleg omtrent markttoegang voor landbouwproducten, terwijl de Europese Unie niet meer dan acht procent van de winst opstrijkt uit de toegenomen handel. De onderzoekers merken daarbij wel op dat de EU haar eigen landbouw ook het meest afschermt. Met de afspraken die nu op tafel liggen, zou voornamelijk de EU-export richting Japan en India kunnen toenemen.
Opvallend is dat van alle compromissen die de EU (en ook Japan) willen doen, de helft betrekking hebben op landbouwproducten. Dat staat in schril contrast met de 10 procent toegevingen van de VS die maar betrekking hebben op landbouwproducten, terwijl de voordelen voor de export van de VS-economie wel in de eerste plaats naar de landbouwsector gaan.
De VS neemt in de Doha-ronde 6,2 procent van de door alle landen binnen de Doha-ronde beloofde inspanningen voor zijn rekening wat betreft het wegnemen van handelsbelemmeringen voor landbouwproducten. De VS mag vervolgens wel bijna 14 procent winst verwachten bij de toegenomen handel in landbouwproducten op wereldschaal.
Japan staat op nummer drie wat betreft het aantal toegevingen in het handelsoverleg omtrent landbouwproducten. Opvallend is dat Brazilië nagenoeg geen toegevingen doet op landbouwvlak, maar de Braziliaanse landbouwsector met 9,4 procent handelswinst wel opmerkelijk weet te profiteren van de bevorderde wereldhandel.
Voor landbouwproducten moet zowel de afschaffing van importtarieven als het uit de weg ruimen van importquota, exportsubsidies en steun voor de nationale landbouwsector, nieuwe markten voor producten aanboren en de wereldhandel doen toenemen. Snoeien in importtarieven en subsidies voor de landbouwsector, zou volgens het IEE de wereldhandel in landbouwproducten met 13,4 miljard euro doen toenemen.
Wat tarifaire belemmeringen betreft, zouden de importtarieven in de VS (van 1,3 naar 0,7%) en de EU (van 6 naar 3 ,4%) bijna halveren. Ter vergelijking: de importtarieven in China zouden met een akkoord in de Doha-ronde dalen van 9,6 naar 8,9 procent, in India van 60,2 naar 55,7 procent en in Brazilië van 4,1 naar 3,9 procent.
Wereldwijd en over alle sectoren heen, heeft de economie 130 tot 223 miljard euro per jaar te winnen met een akkoord, menen de onderzoekers. "Het pakket maatregelen dat voorligt, is echter geen gemeenschappelijke deler van de belangen van de landen die betrokken zijn bij het overleg", klinkt het bij het IEE, "daarom kan het niet rekenen op de noodzakelijke politieke steun." De Doha-ronde duurt inmiddels al langer dan de voorgaande Uruguay-ronde, die zeven jaar en zeven maanden in beslag nam.
Bij aanvang van de Doha-ronde in november 2001 werd het voornemen uitgesproken de ontwikkelingslanden extra te laten profiteren van het wereldhandelsoverleg. Momenteel nemen de geïndustrialiseerde landen 93 procent van de beloofde inspanningen voor hun rekening. De onderzoekers zijn van oordeel dat het een grote vergissing zou zijn de hoop nu op te geven. "De handelsronde kan nog steeds succesvol zijn als de belangrijkste handelsblokken van de G-20 het overleg een nieuwe impuls geven."
Volgens Gary Clyde Hufbauer, Jeffrey Schott en Woan Foong Wong van het IEE heeft Europa bij de huidige stand van zaken ongeveer twee derde van alle toezeggingen gedaan in het overleg omtrent markttoegang voor landbouwproducten, terwijl de Europese Unie niet meer dan acht procent van de winst opstrijkt uit de toegenomen handel. De onderzoekers merken daarbij wel op dat de EU haar eigen landbouw ook het meest afschermt. Met de afspraken die nu op tafel liggen, zou voornamelijk de EU-export richting Japan en India kunnen toenemen.
Opvallend is dat van alle compromissen die de EU (en ook Japan) willen doen, de helft betrekking hebben op landbouwproducten. Dat staat in schril contrast met de 10 procent toegevingen van de VS die maar betrekking hebben op landbouwproducten, terwijl de voordelen voor de export van de VS-economie wel in de eerste plaats naar de landbouwsector gaan.
De VS neemt in de Doha-ronde 6,2 procent van de door alle landen binnen de Doha-ronde beloofde inspanningen voor zijn rekening wat betreft het wegnemen van handelsbelemmeringen voor landbouwproducten. De VS mag vervolgens wel bijna 14 procent winst verwachten bij de toegenomen handel in landbouwproducten op wereldschaal.
Japan staat op nummer drie wat betreft het aantal toegevingen in het handelsoverleg omtrent landbouwproducten. Opvallend is dat Brazilië nagenoeg geen toegevingen doet op landbouwvlak, maar de Braziliaanse landbouwsector met 9,4 procent handelswinst wel opmerkelijk weet te profiteren van de bevorderde wereldhandel.
Voor landbouwproducten moet zowel de afschaffing van importtarieven als het uit de weg ruimen van importquota, exportsubsidies en steun voor de nationale landbouwsector, nieuwe markten voor producten aanboren en de wereldhandel doen toenemen. Snoeien in importtarieven en subsidies voor de landbouwsector, zou volgens het IEE de wereldhandel in landbouwproducten met 13,4 miljard euro doen toenemen.
Wat tarifaire belemmeringen betreft, zouden de importtarieven in de VS (van 1,3 naar 0,7%) en de EU (van 6 naar 3 ,4%) bijna halveren. Ter vergelijking: de importtarieven in China zouden met een akkoord in de Doha-ronde dalen van 9,6 naar 8,9 procent, in India van 60,2 naar 55,7 procent en in Brazilië van 4,1 naar 3,9 procent.
Wereldwijd en over alle sectoren heen, heeft de economie 130 tot 223 miljard euro per jaar te winnen met een akkoord, menen de onderzoekers. "Het pakket maatregelen dat voorligt, is echter geen gemeenschappelijke deler van de belangen van de landen die betrokken zijn bij het overleg", klinkt het bij het IEE, "daarom kan het niet rekenen op de noodzakelijke politieke steun." De Doha-ronde duurt inmiddels al langer dan de voorgaande Uruguay-ronde, die zeven jaar en zeven maanden in beslag nam.
Bij aanvang van de Doha-ronde in november 2001 werd het voornemen uitgesproken de ontwikkelingslanden extra te laten profiteren van het wereldhandelsoverleg. Momenteel nemen de geïndustrialiseerde landen 93 procent van de beloofde inspanningen voor hun rekening. De onderzoekers zijn van oordeel dat het een grote vergissing zou zijn de hoop nu op te geven. "De handelsronde kan nog steeds succesvol zijn als de belangrijkste handelsblokken van de G-20 het overleg een nieuwe impuls geven."
Ook Ierse veevoedersector vraagt EU-interventie granen
De druk op de Europese Commissie neemt toe om graan uit de interventievoorraden op de markt te brengen. Na Spanje heeft ook de Ierse veevoedersector hierop aangedrongen. Eerder deed de Europese mengvoederfederatie FEFAC hetzelfde. Samen met een verlaging van de EU-heffing op geïmporteerde veevoedergrondstoffen hopen de Ieren zo op lagere voederprijzen voor de veehouders.
De Ierse organisatie van graanverwerkers (IGFA) wil dat de EU een deel verkoopt van de vijf miljoen ton granen, voornamelijk gerst, die in interventie ligt. Ook pleit de IGFA voor het verlagen van de EU-heffing op geïmporteerde veevoedergrondstoffen.
IGFA-directeur Deirdre Webb hoopt dat deze maatregelen tot lagere voederprijzen voor de veehouders kunnen leiden. "Het is onacceptabel dat de Europese Commissie vasthoudt aan het systeem van invoerheffingen op graan terwijl andere landen de export van graan aan banden leggen om hun eigen consumenten te beschermen. Dit benadeelt de veehouders in de EU. "
Volgens Webb is de stijging van de tarweprijs op de termijnmarkten de laatste maanden vooral toe te schrijven aan speculatie en aan overheidsmaatregelen, zoals het Russisch exportverbod voor granen. "Andere veevoedergrondstoffen volgen de tarweprijs en zijn daarom ook duurder geworden", verklaart Webb de moeilijke situatie waarin de veehouders verkeren.
De Europese Commissie bespreekt binnenkort met de lidstaten de situatie op de graanmarkt.
De Ierse organisatie van graanverwerkers (IGFA) wil dat de EU een deel verkoopt van de vijf miljoen ton granen, voornamelijk gerst, die in interventie ligt. Ook pleit de IGFA voor het verlagen van de EU-heffing op geïmporteerde veevoedergrondstoffen.
IGFA-directeur Deirdre Webb hoopt dat deze maatregelen tot lagere voederprijzen voor de veehouders kunnen leiden. "Het is onacceptabel dat de Europese Commissie vasthoudt aan het systeem van invoerheffingen op graan terwijl andere landen de export van graan aan banden leggen om hun eigen consumenten te beschermen. Dit benadeelt de veehouders in de EU. "
Volgens Webb is de stijging van de tarweprijs op de termijnmarkten de laatste maanden vooral toe te schrijven aan speculatie en aan overheidsmaatregelen, zoals het Russisch exportverbod voor granen. "Andere veevoedergrondstoffen volgen de tarweprijs en zijn daarom ook duurder geworden", verklaart Webb de moeilijke situatie waarin de veehouders verkeren.
De Europese Commissie bespreekt binnenkort met de lidstaten de situatie op de graanmarkt.
Schaapskudde van Berlijn naar Brussel
Ongeveer 450 schapen trekken van vandaag tot maandag onder leiding van herder Erich Rhöse door Midden-Limburg op hun lange weg naar Brussel.
De kudde vertrok op 5 juni in Berlijn en komt op 16 september in Brussel aan. Daar wonen de herders een symposium bij over het belang van schaapskuddes voor de diversiteit van de natuur.
De dieren leggen dagelijks zo’n 10 kilometer af, waarbij herders elkaar afwisselen. De tocht moet het ambacht van schaapsherder en het nut van de schaapskudde in de schijnwerpers zetten. In Limburg wordt het bestaan van de kuddes volgens Rhöse bedreigd door het afbouwen van de provinciale subsidie.
De herder en zijn kudde zijn bij het landschapsbeheer te verkiezen boven de duurdere loonwerkers, vindt Rhöse. Schapen verspreiden via hun vacht zaadjes van planten over grote oppervlakten en dragen zo bij aan de biodiversiteit.
De kudde vertrok op 5 juni in Berlijn en komt op 16 september in Brussel aan. Daar wonen de herders een symposium bij over het belang van schaapskuddes voor de diversiteit van de natuur.
De dieren leggen dagelijks zo’n 10 kilometer af, waarbij herders elkaar afwisselen. De tocht moet het ambacht van schaapsherder en het nut van de schaapskudde in de schijnwerpers zetten. In Limburg wordt het bestaan van de kuddes volgens Rhöse bedreigd door het afbouwen van de provinciale subsidie.
De herder en zijn kudde zijn bij het landschapsbeheer te verkiezen boven de duurdere loonwerkers, vindt Rhöse. Schapen verspreiden via hun vacht zaadjes van planten over grote oppervlakten en dragen zo bij aan de biodiversiteit.
Bintjes België groeien ruim 8 ton in twee weken
De aangroei van Bintjes in België in twee weken bedraagt ruim 8 ton per hectare.
Na 122 groeidagen zitten de Bintje-percelen op gemiddeld 39 ton per hectare, waarvan 35 ton boven de 35 millimeter.
Dat meldt het Belgische aardappelcentrum PCA op basis van proefrooiingen. In Vlaanderen ligt de gemiddelde opbrengst op 37,5 ton per hectare. “De helft zit in de sortering 50-op, wat laag is. Er was een goede aangroei van 619 kilo per dag. Vorig jaar werd na 117 groeidagen 39 ton netto-opbrengst behaald.”
Het onderwatergewicht is in twee weken met 5 gram gezakt naar 357 gram per 5 kilo. Volgens PCA komt dat door de regen of door doorwas. “Gemiddeld was 18 procent van de knollen in Vlaanderen doorschoten. Dat varieerde van 1 tot 58 procent.”
In Wallonië is de gemiddelde netto-opbrengst 33 ton per hectare. Daarvan zit 39 procent in de maat 50-op. Doorwas komt voor bij 16 procent van de knollen.
Na 122 groeidagen zitten de Bintje-percelen op gemiddeld 39 ton per hectare, waarvan 35 ton boven de 35 millimeter.
Dat meldt het Belgische aardappelcentrum PCA op basis van proefrooiingen. In Vlaanderen ligt de gemiddelde opbrengst op 37,5 ton per hectare. “De helft zit in de sortering 50-op, wat laag is. Er was een goede aangroei van 619 kilo per dag. Vorig jaar werd na 117 groeidagen 39 ton netto-opbrengst behaald.”
Het onderwatergewicht is in twee weken met 5 gram gezakt naar 357 gram per 5 kilo. Volgens PCA komt dat door de regen of door doorwas. “Gemiddeld was 18 procent van de knollen in Vlaanderen doorschoten. Dat varieerde van 1 tot 58 procent.”
In Wallonië is de gemiddelde netto-opbrengst 33 ton per hectare. Daarvan zit 39 procent in de maat 50-op. Doorwas komt voor bij 16 procent van de knollen.
Zwaardere Claas op komst
Claas werkt aan een nieuwe topserie, die wat betreft vermogen tussen de huidige Axion-serie en de Xerion-systeemtrekkers zal komen.
De komst van een opvolger voor de vroegere Claas Atles-serie wordt alom verwacht. Deze zwaarste Claas-trekkers stammen immers nog uit het Renault-tijdperk en zijn op de West-Europese markt inmiddels vervangen door de iets lichtere Axion 800-serie. Zou dit nu dan de trekkerserie zijn die het gat tussen de huidige Axions en de Xerions gaat dichten? Wellicht wel: hoewel de typeaanduiding Axion 840 anders doet vermoeden, gaat het hier waarschijnlijk om een model uit de Axion 900-serie. Wie de vijf traptreden beklimt, komt uit in een nieuwe, geveerde vierstijlencabine. De bestuurder treft er de rijhendel à la de Xerion 4500 en 5000 aan met daarbij de bekende Cebis-terminal. De armleuning is op details anders. Technische gegevens zijn nog niet bekend. De vermoedelijke introductieplaats wel: SIMA 2011.
"Vlaamse grijze garnaal is de kaviaar van de Noordzee"
Vlaams minister-president en minister voor Zeevisserij Kris Peeters gaat eind dit jaar een ronde tafel organiseren over de Vlaamse grijze garnaal. Die ronde tafel moet de basis vormen voor één centraal beleid voor wat hij de "kaviaar van de Noordzee" noemt. Peeters kondigde het initiatief dinsdag aan tijdens de opening van de Dag van de Vlaamse Noordzeegarnaal in Nieuwpoort.
Het nieuwe garnalenseizoen werd op gang gefloten door VLAM (het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing) en de Vlaamse visserijsector. VLAM organiseert de Dag van de dagverse grijze Noordzeegarnaal om de lekkernij uit onze kustwateren extra in de kijker te plaatsen. Volgens Rau Romeo, voorzitter van Promovis Nieuwpoort vzw, is de markt voor de dagverse Noordzeegarnaal een echte nichemarkt geworden.
"Als straks de drie Vlaamse visveilingen op een uniform veilplatform fuseren, biedt dit zeker mooie perspectieven. De markt wordt dan immers opengetrokken, transparanter en meer continu", aldus Romeo. Met een aanvoer van ongeveer 440 ton dagverse garnalen (262 ton in Oostende, 160 ton in Zeebrugge en 18 ton in Nieuwpoort) werd in 2009 een historisch record bereikt in de visveilingen. Toch blijft de toekomst voor het beperkt aantal kleine vaartuigen in dit segment onzeker. Op vaartuigniveau zijn er bijvoorbeeld nauwelijks investeringen.
De problemen in de garnalensector zijn divers en hebben zowel betrekking op de vaartuigen als op de verwerking, promotie en verkoop. Minister-president Kris Peeters stelt dat er nood is aan een gecoördineerde en globale aanpak van de sector. Hij zal daarom meteen na het garnalenseizoen zowel de garnaalvissers zelf, de verwerkers, verkopers en kopers, onderzoekers en VLAM rond de tafel brengen om een eensgezind traject uit te tekenen voor een duurzame garnalenvisserij. Het resultaat zou een actieplan moeten zijn dat overheid en sector dan samen ten uitvoer brengen.
"De garnaalvisserij is een klein maar niet onbelangrijk segment van onze Vlaamse visserij. Zij vormt immers deels een alternatief voor andere visbestanden die onder druk staan", aldus Minister-president Kris Peeters. "Ik roep alle betrokkenen in deze sector op om mee te werken aan de opmaak van een actieplan voor een betere toekomst".
Onder het toeziend oog van de minister-president die peter is van de Mary-Lisa, werd het nieuwe duurzame vissersvaartuig gedoopt . De 15 meter lange polyester staandwantvisser van rederij Dezutter is volgens Peeters een mooi voorbeeld van de inspanningen en investeringen rond duurzaamheid binnen de Vlaamse visserijsector.
Staandwantvisserij heeft als voordeel dat kleine vissen vlot door de netten kunnen zwemmen en enkel vissen van de gewenste soort en grootte blijven steken. De techniek levert naast een zeer selectieve vangst, ook vis van topkwaliteit op door het beperkte aantal zeedagen (één tot drie dagen op zee), brandstofbesparing en een verminderde CO2-uitstoot omdat de netten niet voortgesleept worden.
"Als straks de drie Vlaamse visveilingen op een uniform veilplatform fuseren, biedt dit zeker mooie perspectieven. De markt wordt dan immers opengetrokken, transparanter en meer continu", aldus Romeo. Met een aanvoer van ongeveer 440 ton dagverse garnalen (262 ton in Oostende, 160 ton in Zeebrugge en 18 ton in Nieuwpoort) werd in 2009 een historisch record bereikt in de visveilingen. Toch blijft de toekomst voor het beperkt aantal kleine vaartuigen in dit segment onzeker. Op vaartuigniveau zijn er bijvoorbeeld nauwelijks investeringen.
De problemen in de garnalensector zijn divers en hebben zowel betrekking op de vaartuigen als op de verwerking, promotie en verkoop. Minister-president Kris Peeters stelt dat er nood is aan een gecoördineerde en globale aanpak van de sector. Hij zal daarom meteen na het garnalenseizoen zowel de garnaalvissers zelf, de verwerkers, verkopers en kopers, onderzoekers en VLAM rond de tafel brengen om een eensgezind traject uit te tekenen voor een duurzame garnalenvisserij. Het resultaat zou een actieplan moeten zijn dat overheid en sector dan samen ten uitvoer brengen.
"De garnaalvisserij is een klein maar niet onbelangrijk segment van onze Vlaamse visserij. Zij vormt immers deels een alternatief voor andere visbestanden die onder druk staan", aldus Minister-president Kris Peeters. "Ik roep alle betrokkenen in deze sector op om mee te werken aan de opmaak van een actieplan voor een betere toekomst".
Onder het toeziend oog van de minister-president die peter is van de Mary-Lisa, werd het nieuwe duurzame vissersvaartuig gedoopt . De 15 meter lange polyester staandwantvisser van rederij Dezutter is volgens Peeters een mooi voorbeeld van de inspanningen en investeringen rond duurzaamheid binnen de Vlaamse visserijsector.
Staandwantvisserij heeft als voordeel dat kleine vissen vlot door de netten kunnen zwemmen en enkel vissen van de gewenste soort en grootte blijven steken. De techniek levert naast een zeer selectieve vangst, ook vis van topkwaliteit op door het beperkte aantal zeedagen (één tot drie dagen op zee), brandstofbesparing en een verminderde CO2-uitstoot omdat de netten niet voortgesleept worden.
Droogte nekt ook aardappeloogst in Rusland
Door de droogte is de helft van de Russische aardappeloogst verloren gegaan. Dat meldt het Oekraïense marktbureau Fruitinform. De officiële instanties in Rusland wilden dit niet bevestigen, zij wachten de proefrooiingen af waarvan de resultaten in september worden gepubliceerd. Het gebrek aan eigen aardappelen in Rusland kan positief zijn voor de export en aardappelprijzen van West-Europa.
Aardappelen vormen een belangrijk voedingsgewas in Rusland. Fruitinform verwacht dat Rusland het gebrek aan eigen aardappelen gaat opvangen door meer te importeren. Het marktbureau verwacht vooral meer invoer uit Oekraïne en Wit-Rusland, waar de gewassen minder last hebben gehad van langdurige droogte.
Rusland importeert vooral na de jaarwisseling aardappelen uit West-Europa als de eigen voorraad op raakt. Het gebrek aan eigen aardappelen kan hierdoor een positief effect hebben op de aardappelprijzen in West-Europa. Volgens Fruitinform kwam de prijs voor Russische aardappelen in de winkels tot voor kort niet boven de 15 cent per kilo. Nu ligt de prijs al rond de 26 cent. Naarmate het seizoen vordert verwacht FruitInform dat de aardappelprijs stijgt naar 64 tot 77 cent per kilo in de winkels.
Zowel de overheid als de organisatie van familiebedrijven en coöperaties Akkor willen de oogstprognose van Fruitinform nog niet bevestigen en wachten de resultaten van de proefrooiingen in september af. Akkor kon wel al vertellen dat veel kleine boeren hebben aangeklopt voor steun bij de organisatie. Het zijn vooral kleine gezinsbedrijven die tijdens het groeiseizoen geld lenen omdat ze verwachten dat na de oogst te kunnen betalen. Die redenering gaat dit jaar niet op door de slechte aardappel- en graanoogst veel boeren de kredieten niet terug te kunnen betalen.
De recorddroogte van deze zomer zal de Russische landbouwsector in totaal zo'n 33 miljard roebel (ongeveer 849 miljoen euro) kosten. Dat maakte de Russische vice-minister van Landbouw, Alexandre Petrikov, bekend. Hij beloofde dat de verliezen zullen worden gecompenseerd door de overheid. Vooral in het vruchtbare Europese gedeelte is er veel schade. Volgens president Dmitri Medvedev is ongeveer een kwart van de gewassen verloren.
bron Agrarisch Dagblad
Aardappelen vormen een belangrijk voedingsgewas in Rusland. Fruitinform verwacht dat Rusland het gebrek aan eigen aardappelen gaat opvangen door meer te importeren. Het marktbureau verwacht vooral meer invoer uit Oekraïne en Wit-Rusland, waar de gewassen minder last hebben gehad van langdurige droogte.
Rusland importeert vooral na de jaarwisseling aardappelen uit West-Europa als de eigen voorraad op raakt. Het gebrek aan eigen aardappelen kan hierdoor een positief effect hebben op de aardappelprijzen in West-Europa. Volgens Fruitinform kwam de prijs voor Russische aardappelen in de winkels tot voor kort niet boven de 15 cent per kilo. Nu ligt de prijs al rond de 26 cent. Naarmate het seizoen vordert verwacht FruitInform dat de aardappelprijs stijgt naar 64 tot 77 cent per kilo in de winkels.
Zowel de overheid als de organisatie van familiebedrijven en coöperaties Akkor willen de oogstprognose van Fruitinform nog niet bevestigen en wachten de resultaten van de proefrooiingen in september af. Akkor kon wel al vertellen dat veel kleine boeren hebben aangeklopt voor steun bij de organisatie. Het zijn vooral kleine gezinsbedrijven die tijdens het groeiseizoen geld lenen omdat ze verwachten dat na de oogst te kunnen betalen. Die redenering gaat dit jaar niet op door de slechte aardappel- en graanoogst veel boeren de kredieten niet terug te kunnen betalen.
De recorddroogte van deze zomer zal de Russische landbouwsector in totaal zo'n 33 miljard roebel (ongeveer 849 miljoen euro) kosten. Dat maakte de Russische vice-minister van Landbouw, Alexandre Petrikov, bekend. Hij beloofde dat de verliezen zullen worden gecompenseerd door de overheid. Vooral in het vruchtbare Europese gedeelte is er veel schade. Volgens president Dmitri Medvedev is ongeveer een kwart van de gewassen verloren.
bron Agrarisch Dagblad
Boliviaanse boeren branden miljoen hectare grond af
Branden in Bolivia hebben sinds juli al een miljoen hectare landbouwgrond in de as gelegd. Landbouwers steken de vegetatie op hun gronden in brand in de hoop de vruchtbaarheid te verbeteren. De voorbije dagen naderden de vuurhaarden de bewoonde gebieden bij Guarayos, in de provincie Santa Cruz.
De branden hebben al minstens veertig houten woningen vernield. Er vielen nog geen menselijke slachtoffers, maar verschillende boeren verloren wel hun dieren.
Op de luchthavens van Guayaramerin, Trinidad en Cobija moesten de vluchten enkele uren worden opgeschort omdat de rook te dicht was. De internationale luchthaven Viru-Viru in Santa Cruz is voorlopig niet getroffen.
De Boliviaanse overheid voert al lang campagne tegen het in brand steken van de velden, maar de boeren blijven vasthouden aan het gevaarlijke gebruik.
De branden hebben al minstens veertig houten woningen vernield. Er vielen nog geen menselijke slachtoffers, maar verschillende boeren verloren wel hun dieren.
Op de luchthavens van Guayaramerin, Trinidad en Cobija moesten de vluchten enkele uren worden opgeschort omdat de rook te dicht was. De internationale luchthaven Viru-Viru in Santa Cruz is voorlopig niet getroffen.
De Boliviaanse overheid voert al lang campagne tegen het in brand steken van de velden, maar de boeren blijven vasthouden aan het gevaarlijke gebruik.
Moeilijke Europese markt remt tractorverkoop in 2010 af
2009 was voor tractorfabrikanten een jaar om snel te vergeten. Een aantal tractorfabrikanten zag de omzet in het eerste kwartaal van 2010 stijgen, maar de sector verwacht voor 2010 eenzelfde beeld als in 2009 omdat de toenemende vraag uit groeilanden wordt afgeremd door een achterblijvende Europese markt. De cijfers van Fedagrim bevestigen dat laatste: het aantal ingeschreven tractoren in België blijft op het lage niveau van 2009.
In 2009 daalde de tractorverkoop in opkomende markten dramatisch. In Zuid-Amerika ging de verkoop met meer dan 30 procent naar omlaag en in Centraal- en Oost-Europa met meer dan 60 procent. Alleen de nog relatief kleine Aziatische markt noteerde net als de jaren ervoor een bescheiden groei van 10 procent.
De terugval was voor een stuk te wijten aan slechte prijzen voor landbouwproducten, maar vooral ook omdat landbouwers zeer moeilijk krediet konden krijgen. De export werd bemoeilijkt omdat bedrijven in 2009 moeilijkheden ondervonden bij het afsluiten van exportkredietverzekeringen die hen moeten beschermen tegen het risico dat een afnemer in het buitenland de rekening onverwacht niet kan betalen.
Nochtans bleven analisten in 2009 benadrukken dat de fundamenten voor de verkoop van landbouwmachines buitengewoon goed zijn. Het eerste kwartaal van 2010 lijkt ze gelijk te geven: John Deere en Case New Holland zagen de omzet het laatste kwartaal stijgen met 6 procent, tot respectievelijk 5,7 en 2,5 miljard euro. De kleinste van de grote drie Amerikaanse machinebouwers, Agco, heeft meer last gehad van de slechte verkoop in Europa en zag als enige de omzet dalen tot 1 miljard euro (-13%).
In België liggen de inschrijvingen van tractoren in het eerste semester van 2010 op hetzelfde lage niveau van 2009. De importeurs van tractoren verwachten daarom dat er ook in 2010 tussen de 1800 en 1850 landbouwtractoren van meer dan 50 pk zullen worden ingeschreven. Het gemiddeld vermogen van nieuw ingeschreven tractoren neemt wel duidelijk toe: van 131 pk in 2005 naar 149 pk in 2009.
"In 2009 viel de verkoop terug in alle vermogenscategorieën door de moeilijke economische achtergrond in alle sectoren van de landbouw. De investeringen in 2010 in het zwaardere segment boven 200 pk en in all-round tractoren met vermogens tot 110 pk laten meer optimisme zien bij de gespecialiseerde bedrijven", klinkt het bij de Belgische constructeursvereniging Fedagrim.
De positieve groei op wereldschaal hangt nauw samen met de opkomst van agrogrootmachten in Latijns-Amerika, Azië en Oceanië. De groeiende voedselvraag leidde er in Brazilië toe dat de laatste tien jaar 14 miljoen ha grasland werd omgezet naar vooral sojateelt en suikerrietteelt. De komende tien jaar wordt naar verwachting nog eens 20 miljoen ha omgezet voor met name de teelt van soja en maïs.
Wat de vraag naar machines verder ondersteunt, is dat overheden in Brazilië, Rusland, India en China landbouwers flink ondersteunen. Om kleine boeren te helpen de stap naar de meer lucratieve wereldmarkt te maken, verstrekt de Braziliaanse overheid bijvoorbeeld leningen met een looptijd van tien jaar voor tractoren met een vermogen tussen de 55 en 75 pk. De rente hierop bedraagt slechts twee procent.
bron Agrarisch Dagblad
In 2009 daalde de tractorverkoop in opkomende markten dramatisch. In Zuid-Amerika ging de verkoop met meer dan 30 procent naar omlaag en in Centraal- en Oost-Europa met meer dan 60 procent. Alleen de nog relatief kleine Aziatische markt noteerde net als de jaren ervoor een bescheiden groei van 10 procent.
De terugval was voor een stuk te wijten aan slechte prijzen voor landbouwproducten, maar vooral ook omdat landbouwers zeer moeilijk krediet konden krijgen. De export werd bemoeilijkt omdat bedrijven in 2009 moeilijkheden ondervonden bij het afsluiten van exportkredietverzekeringen die hen moeten beschermen tegen het risico dat een afnemer in het buitenland de rekening onverwacht niet kan betalen.
Nochtans bleven analisten in 2009 benadrukken dat de fundamenten voor de verkoop van landbouwmachines buitengewoon goed zijn. Het eerste kwartaal van 2010 lijkt ze gelijk te geven: John Deere en Case New Holland zagen de omzet het laatste kwartaal stijgen met 6 procent, tot respectievelijk 5,7 en 2,5 miljard euro. De kleinste van de grote drie Amerikaanse machinebouwers, Agco, heeft meer last gehad van de slechte verkoop in Europa en zag als enige de omzet dalen tot 1 miljard euro (-13%).
In België liggen de inschrijvingen van tractoren in het eerste semester van 2010 op hetzelfde lage niveau van 2009. De importeurs van tractoren verwachten daarom dat er ook in 2010 tussen de 1800 en 1850 landbouwtractoren van meer dan 50 pk zullen worden ingeschreven. Het gemiddeld vermogen van nieuw ingeschreven tractoren neemt wel duidelijk toe: van 131 pk in 2005 naar 149 pk in 2009.
"In 2009 viel de verkoop terug in alle vermogenscategorieën door de moeilijke economische achtergrond in alle sectoren van de landbouw. De investeringen in 2010 in het zwaardere segment boven 200 pk en in all-round tractoren met vermogens tot 110 pk laten meer optimisme zien bij de gespecialiseerde bedrijven", klinkt het bij de Belgische constructeursvereniging Fedagrim.
De positieve groei op wereldschaal hangt nauw samen met de opkomst van agrogrootmachten in Latijns-Amerika, Azië en Oceanië. De groeiende voedselvraag leidde er in Brazilië toe dat de laatste tien jaar 14 miljoen ha grasland werd omgezet naar vooral sojateelt en suikerrietteelt. De komende tien jaar wordt naar verwachting nog eens 20 miljoen ha omgezet voor met name de teelt van soja en maïs.
Wat de vraag naar machines verder ondersteunt, is dat overheden in Brazilië, Rusland, India en China landbouwers flink ondersteunen. Om kleine boeren te helpen de stap naar de meer lucratieve wereldmarkt te maken, verstrekt de Braziliaanse overheid bijvoorbeeld leningen met een looptijd van tien jaar voor tractoren met een vermogen tussen de 55 en 75 pk. De rente hierop bedraagt slechts twee procent.
bron Agrarisch Dagblad
Kalf met zeven poten geboren
In de Amerikaanse staat Colorado is een kalf met zeven poten geboren in Steamboat Springs. Het dier had verder twee wervelkolommen en stierf 10 minuten na de geboorte, aldus de krant Steamboat Pilot.
"Ik heb al een kalf met vijf poten gezien, maar een kalf met zeven poten is het meest bizarre wat ik al ben tegengekomen", zei veearts Lee Meyring.
Volgens de veearts is de afwijking een gevolg van de niet-voltooide splitsing van een embryo tot een tweeling.
Filipijnse rijstboeren krijgen advies per sms
Rijstboeren op de Filipijnen kunnen binnenkort per sms advies krijgen over hoe ze hun rijst het beste kunnen laten groeien.
De boeren moeten daarvoor naar een telefoonnummer bellen en wat informatie verstrekken, waarna ze binnen een paar minuten een tekstbericht krijgen met een specifiek advies voor hun akkers. Dat meldde de BBC vandaag.
Het sms-systeem is ontwikkeld door het Filipijnse ministerie van Landbouw en het Internationale Rijst Onderzoeksinstituut. "We doen al lang onderzoek en we hebben ontdekt dat de oogst kan verbeteren als we specifiek voor elke akker advies geven'', aldus een van de wetenschappers achter het project.
Het kan per akker bijvoorbeeld verschillend zijn hoeveel kunstmest er nodig is. De kennis en technologie is al langer beschikbaar, maar de boeren hadden er tot nog toe geen toegang toe. De sms-dienst moet dat veranderen. "Elke boer heeft een mobieltje, dus het moet makkelijk zijn iedereen te bereiken'', stelt de onderzoeker.
Rijst is een van de belangrijkste gewassen in de Filipijnen, zoals in de meeste Aziatische landen. Voorheen exporteerde de Filipijnen rijst, maar tegenwoordig is het 's werelds grootste importeur. Voor de overheid is het daarom van groot belang de productie in eigen land op te schroeven.
Bron: ANP
De boeren moeten daarvoor naar een telefoonnummer bellen en wat informatie verstrekken, waarna ze binnen een paar minuten een tekstbericht krijgen met een specifiek advies voor hun akkers. Dat meldde de BBC vandaag.
Het sms-systeem is ontwikkeld door het Filipijnse ministerie van Landbouw en het Internationale Rijst Onderzoeksinstituut. "We doen al lang onderzoek en we hebben ontdekt dat de oogst kan verbeteren als we specifiek voor elke akker advies geven'', aldus een van de wetenschappers achter het project.
Het kan per akker bijvoorbeeld verschillend zijn hoeveel kunstmest er nodig is. De kennis en technologie is al langer beschikbaar, maar de boeren hadden er tot nog toe geen toegang toe. De sms-dienst moet dat veranderen. "Elke boer heeft een mobieltje, dus het moet makkelijk zijn iedereen te bereiken'', stelt de onderzoeker.
Rijst is een van de belangrijkste gewassen in de Filipijnen, zoals in de meeste Aziatische landen. Voorheen exporteerde de Filipijnen rijst, maar tegenwoordig is het 's werelds grootste importeur. Voor de overheid is het daarom van groot belang de productie in eigen land op te schroeven.
Bron: ANP
Milcobel houdt melkprijs over de maand juli gelijk
De Belgische zuivelcoöperatie Milcobel heeft haar voorschotprijs over juli gelijk gehouden op € 28,50 per 100 kilo.
De voorschotmelkprijs is gebaseerd op de Belgische wettelijke gehaltes van 3,8 procent vet en 3,35 procent eiwit exclusief btw. De werkelijk betaalde prijs gaat met 72 cent naar beneden van € 32 naar € 31,28 per 100 kilo exclusief btw. Milcobel hield haar vetprijs gelijk op € 2,8439. Ook de eiwitprijs bleef staan op € 5,2815 per kilo.
De gemiddelde basismelkprijs van Milcobel over 2010 komt uit op € 26,64 per 100 kilo exclusief btw. De gemiddelde basismelkprijs over dezelfde periode in 2009 lag op € 19,61 per 100 kilo. Een verschil van meer dan 7 euro per 100 kilo melk. In 2008 lag de gemiddelde basismelkprijs over dezelfde periode op € 31,43 per 100 kilo exclusief btw.
Bron: Agrarisch Dagblad
De voorschotmelkprijs is gebaseerd op de Belgische wettelijke gehaltes van 3,8 procent vet en 3,35 procent eiwit exclusief btw. De werkelijk betaalde prijs gaat met 72 cent naar beneden van € 32 naar € 31,28 per 100 kilo exclusief btw. Milcobel hield haar vetprijs gelijk op € 2,8439. Ook de eiwitprijs bleef staan op € 5,2815 per kilo.
De gemiddelde basismelkprijs van Milcobel over 2010 komt uit op € 26,64 per 100 kilo exclusief btw. De gemiddelde basismelkprijs over dezelfde periode in 2009 lag op € 19,61 per 100 kilo. Een verschil van meer dan 7 euro per 100 kilo melk. In 2008 lag de gemiddelde basismelkprijs over dezelfde periode op € 31,43 per 100 kilo exclusief btw.
Bron: Agrarisch Dagblad
Rechter verbiedt de teelt van ggo-suikerbiet in de VS
Een rechtbank in Californië heeft de teelttoelating in de VS van een genetisch gemodificeerde suikerbiet ingetrokken. Milieuorganisaties spanden eerder al een rechtszaak in met de suikerbiet van Monsanto als onderwerp van discussie en verkrijgen met de nieuwe uitspraak een concreet teeltverbod. De rechter oordeelde dat de milieurisico’s van de ggo-biet onvoldoende werden onderzocht.
Rechter Jeffrey White van de rechtbank in San Francisco had in september 2009 de teelttoelating ook al ingetrokken met als motivering dat het Amerikaans landbouwministerie USDA de mogelijke milieurisico’s, in het bijzonder de genenuitwisseling met wilde planten, onvoldoende had onderzocht.
De rechtszaak was aangespannen door een groep milieuorganisaties, maar hun vraag om de uitzaai van de ggo-suikerbiet deze lente al te verbieden, werd als disproportioneel afgewezen. De transgene biet kon dit jaar opnieuw massaal worden uitgezaaid zodat van de 480.000 hectare suikerbieten in de VS 95 procent voor rekening komt van de ggo-biet Genuity van Monsanto.
Monsanto ontwikkelde de suikerbiet samen met de Duitse veredelaar KWS Saat AG en kreeg in 2005 toelating om het genetisch gemodificeerd zaad te commercialiseren op de Amerikaanse markt. De transgene biet is resistent tegen het totaalherbicide glyfosaat, actieve stof van onder meer Roundup. Door die resistentie wordt de onkruidbestrijding voor landbouwers efficiënter en goedkoper, aldus Monsanto.
In de nieuwe uitspraak van de rechtbank staat dat de bieten niet meer gezaaid mogen worden na 13 augustus 2010. De bieten die vóór die datum zijn gezaaid mogen nog wel worden verwerkt tot suiker. Rechter White is van oordeel dat de gevolgen voor de landbouwers op die manier beperkt blijven aangezien de oogst van dit jaar ten gelde gemaakt kan worden en zij volgend seizoen kunnen kiezen voor conventionele zaden.
De rechter besloot dat het Amerikaans ministerie van landbouw eerst moet aantonen dat de teelt van de transgene bieten geen negatief effect heeft op bodem, water, plant of dier. Pas daarna kan de biet een nieuwe teelttoelating krijgen. De Amerikaanse suikerindustrie hoopt op een nieuwe toelating vooraleer akkerbouwers in het voorjaar weer suikerbieten gaan zaaien.
Het USDA erkende enkele fouten in de toelatingsprocedure, maar acht die niet ernstig. Het landbouwministerie is daarom overtuigd dat zelfs een strengere evaluatie van de milieurisico’s een teelttoelating niet in de weg zal staan.
bron Agrarisch Dagblad/GMO Compass
Rechter Jeffrey White van de rechtbank in San Francisco had in september 2009 de teelttoelating ook al ingetrokken met als motivering dat het Amerikaans landbouwministerie USDA de mogelijke milieurisico’s, in het bijzonder de genenuitwisseling met wilde planten, onvoldoende had onderzocht.
De rechtszaak was aangespannen door een groep milieuorganisaties, maar hun vraag om de uitzaai van de ggo-suikerbiet deze lente al te verbieden, werd als disproportioneel afgewezen. De transgene biet kon dit jaar opnieuw massaal worden uitgezaaid zodat van de 480.000 hectare suikerbieten in de VS 95 procent voor rekening komt van de ggo-biet Genuity van Monsanto.
Monsanto ontwikkelde de suikerbiet samen met de Duitse veredelaar KWS Saat AG en kreeg in 2005 toelating om het genetisch gemodificeerd zaad te commercialiseren op de Amerikaanse markt. De transgene biet is resistent tegen het totaalherbicide glyfosaat, actieve stof van onder meer Roundup. Door die resistentie wordt de onkruidbestrijding voor landbouwers efficiënter en goedkoper, aldus Monsanto.
In de nieuwe uitspraak van de rechtbank staat dat de bieten niet meer gezaaid mogen worden na 13 augustus 2010. De bieten die vóór die datum zijn gezaaid mogen nog wel worden verwerkt tot suiker. Rechter White is van oordeel dat de gevolgen voor de landbouwers op die manier beperkt blijven aangezien de oogst van dit jaar ten gelde gemaakt kan worden en zij volgend seizoen kunnen kiezen voor conventionele zaden.
De rechter besloot dat het Amerikaans ministerie van landbouw eerst moet aantonen dat de teelt van de transgene bieten geen negatief effect heeft op bodem, water, plant of dier. Pas daarna kan de biet een nieuwe teelttoelating krijgen. De Amerikaanse suikerindustrie hoopt op een nieuwe toelating vooraleer akkerbouwers in het voorjaar weer suikerbieten gaan zaaien.
Het USDA erkende enkele fouten in de toelatingsprocedure, maar acht die niet ernstig. Het landbouwministerie is daarom overtuigd dat zelfs een strengere evaluatie van de milieurisico’s een teelttoelating niet in de weg zal staan.
bron Agrarisch Dagblad/GMO Compass
Rusland versoepelt import van dieren en vlees uit de EU
Door de inwerkingtreding van vijf nieuwe exportcertificaten half augustus, verwacht de Europese Commissie dat de export van dieren en dierlijke producten van de EU naar Rusland een flinke impuls krijgt. De exportcertificaten hebben betrekking op rundvlees met bot, fokschapen en -geiten en droog voeder en voeder in blik voor huisdieren.
De certificaten zijn het resultaat van afspraken die de Commissie eind april heeft gemaakt met de Russische veterinaire autoriteiten. Sinds 2004 onderhandelt de EU voortdurend om bestaande certificaten aan te passen en nieuwe te bekomen, gelet op de gewijzigde sanitaire omstandigheden en de evolutie in diergezondheid. Eerder dit jaar werd de handel in fokvee, rundveesperma en paardenvlees versoepeld.
De EU tracht op die manier de export van landbouwproducten naar Rusland te vergemakkelijken. In het verleden wierpen de Russen vaak handelsblokkades op door extra eisen te stellen aan de kwaliteit van producten uit EU-lidstaten. Zo liep de Nederlandse export van groenten en fruit in juni van dit jaar met 64 procent terug ten opzichte van 2009 omdat Rusland de certificaten van het Nederlandse Kwaliteitscontrole bureau niet langer erkende.
De EU exporteerde vorig jaar voor een waarde van 1,3 miljard euro aan dieren, dierlijke producten en vlees naar Rusland. Samen met de uitgifte van exportcertificaten heeft Rusland ook een nieuwe lijst bekendgemaakt van plantaardige producten die bij import in quarantaine moeten of aan extra controles worden onderworpen.
bron Agrarisch Dagblad
De certificaten zijn het resultaat van afspraken die de Commissie eind april heeft gemaakt met de Russische veterinaire autoriteiten. Sinds 2004 onderhandelt de EU voortdurend om bestaande certificaten aan te passen en nieuwe te bekomen, gelet op de gewijzigde sanitaire omstandigheden en de evolutie in diergezondheid. Eerder dit jaar werd de handel in fokvee, rundveesperma en paardenvlees versoepeld.
De EU tracht op die manier de export van landbouwproducten naar Rusland te vergemakkelijken. In het verleden wierpen de Russen vaak handelsblokkades op door extra eisen te stellen aan de kwaliteit van producten uit EU-lidstaten. Zo liep de Nederlandse export van groenten en fruit in juni van dit jaar met 64 procent terug ten opzichte van 2009 omdat Rusland de certificaten van het Nederlandse Kwaliteitscontrole bureau niet langer erkende.
De EU exporteerde vorig jaar voor een waarde van 1,3 miljard euro aan dieren, dierlijke producten en vlees naar Rusland. Samen met de uitgifte van exportcertificaten heeft Rusland ook een nieuwe lijst bekendgemaakt van plantaardige producten die bij import in quarantaine moeten of aan extra controles worden onderworpen.
bron Agrarisch Dagblad
Conditiescore
Voor de gezondheid van de koeien, maar ook voor de melkproductie en de vruchtbaarheid is het belangrijk dat koeien tijdens de lactatie in de juiste conditie blijven. Een te lage conditiescore kan een primaire (voeding en melkgift) of een secundaire (gevolg van een ziekte) oorzaak hebben.
Een conditie die niet past bij het lactatiestadium heeft gevolgen, zowel voor te vette als te magere koeien. Een te lage conditiescore heeft gevolgen voor de weerstand, melkgift en vruchtbaarheid. Een score van 1,5 of lager wordt, ongeacht productieniveau of oorzaak, als te laag beschouwd.
Oplossingsrichtingen
Oorzaken
Als u meerdere dieren met een conditiescore van 1,5 of lager heeft, dan is het belangrijk om verder te kijken door een conditiescore van het gehele koppel uit te voeren. Neem hierin ook de droge koeien mee.
Bepaal of het een structureel probleem is (veel dieren of een bepaalde groep dieren hebben een conditiescore die niet past bij het lactatiestadium) of een incidenteel probleem (het betreft een beperkt aantal dieren).
In het geval van een structureel probleem is het belangrijk dat u zich richt op het management van het gehele koppel of groepen dieren. In het geval van een incidenteel probleem, richt u zich dan op die dieren.
Vervolgens is het belangrijk om vast te stellen of de lage score een primaire oorzaak heeft (voeding en melkgift) of een secundaire (gevolg van een ziekte).
Hoe scoren?
Stel het aantal koeien vast met een conditiescore van 1,5 of lager. Om de conditie goed te kunnen scoren is het van belang dat de koeien vaststaan, bijvoorbeeld in het voerhek. Zorg ervoor dat de koeien vlak en vierkant staan. Ga tijdens het scoren achter het dier staan. Maak bij het scoren gebruik van de conditiescorekaart door op onderstaande link te klikken.
Een conditie die niet past bij het lactatiestadium heeft gevolgen, zowel voor te vette als te magere koeien. Een te lage conditiescore heeft gevolgen voor de weerstand, melkgift en vruchtbaarheid. Een score van 1,5 of lager wordt, ongeacht productieniveau of oorzaak, als te laag beschouwd.
Oplossingsrichtingen
Oorzaken
Als u meerdere dieren met een conditiescore van 1,5 of lager heeft, dan is het belangrijk om verder te kijken door een conditiescore van het gehele koppel uit te voeren. Neem hierin ook de droge koeien mee.
Bepaal of het een structureel probleem is (veel dieren of een bepaalde groep dieren hebben een conditiescore die niet past bij het lactatiestadium) of een incidenteel probleem (het betreft een beperkt aantal dieren).
In het geval van een structureel probleem is het belangrijk dat u zich richt op het management van het gehele koppel of groepen dieren. In het geval van een incidenteel probleem, richt u zich dan op die dieren.
Vervolgens is het belangrijk om vast te stellen of de lage score een primaire oorzaak heeft (voeding en melkgift) of een secundaire (gevolg van een ziekte).
Hoe scoren?
Stel het aantal koeien vast met een conditiescore van 1,5 of lager. Om de conditie goed te kunnen scoren is het van belang dat de koeien vaststaan, bijvoorbeeld in het voerhek. Zorg ervoor dat de koeien vlak en vierkant staan. Ga tijdens het scoren achter het dier staan. Maak bij het scoren gebruik van de conditiescorekaart door op onderstaande link te klikken.
Klinische mastitis
Mastitis veroorzaakt vaak veel pijn, waardoor het welzijn van de koe wordt aangetast. De melk is waterig en/ of bevat vlokjes. In ernstige gevallen heeft de koe (hoge) koorts, is het kwartier hard, warm en gezwollen. Klinische mastitis kan in sommige gevallen dodelijk zijn of leiden tot vervroegde afvoer.
Mastitis leidt tot productiederving, behandelingskosten en het niet leveren van melk. Daarnaast kan het leiden tot voortijdige afvoer en celgetalverhoging. Een geval van klinische mastitis kost al gauw € 200,-.
Oplossingsrichtingen
Oorzaken
Klinische mastitis wordt meestal veroorzaakt door een bacteriële besmetting. De bacteriën kunnen worden verdeeld in omgevings- en diergebonden kiemen. De koe kan een besmetting oplopen als gevolg van onhygiënische huisvesting, slechte hygiëne in de melkstal en een lage weerstand.
Oplossen
Behandel de koe bij de eerste verschijnselen van mastitis.
Neem altijd een melkmonster voor bacteriologisch onderzoek en pas hier uw behandeling op aan.
Preventie
Zorg voor goede stalhygiëne (schoon en droog strooisel).
Zet direct na het melken de koeien vast aan het voerhek.
Reinig de melkmachine goed en pas een goede melkmethode toe.
Zorg voor goede voorbehandeling.
Laat de melkmachine regelmatig controleren en vernieuw de tepelvoering regelmatig.
Gebruik een geregistreerde dip of spray na het melken.
Melk besmette dieren of dieren met een verhoogd celgetal als laatste.
Voer dieren met een chronisch verhoogd celgetal af.
Hoe scoren?
Noteer het aantal runderen met zichtbare mastitis in één of meerdere kwartieren, variërend van een 'vlokje in de melk' tot 'een doodzieke koe' (als gevolg van mastitis).
Het gaat hierbij alleen om koeien die op dit moment mastitis hebben (al dan niet behandeld).
Mastitis leidt tot productiederving, behandelingskosten en het niet leveren van melk. Daarnaast kan het leiden tot voortijdige afvoer en celgetalverhoging. Een geval van klinische mastitis kost al gauw € 200,-.
Oplossingsrichtingen
Oorzaken
Klinische mastitis wordt meestal veroorzaakt door een bacteriële besmetting. De bacteriën kunnen worden verdeeld in omgevings- en diergebonden kiemen. De koe kan een besmetting oplopen als gevolg van onhygiënische huisvesting, slechte hygiëne in de melkstal en een lage weerstand.
Oplossen
Behandel de koe bij de eerste verschijnselen van mastitis.
Neem altijd een melkmonster voor bacteriologisch onderzoek en pas hier uw behandeling op aan.
Preventie
Zorg voor goede stalhygiëne (schoon en droog strooisel).
Zet direct na het melken de koeien vast aan het voerhek.
Reinig de melkmachine goed en pas een goede melkmethode toe.
Zorg voor goede voorbehandeling.
Laat de melkmachine regelmatig controleren en vernieuw de tepelvoering regelmatig.
Gebruik een geregistreerde dip of spray na het melken.
Melk besmette dieren of dieren met een verhoogd celgetal als laatste.
Voer dieren met een chronisch verhoogd celgetal af.
Hoe scoren?
Noteer het aantal runderen met zichtbare mastitis in één of meerdere kwartieren, variërend van een 'vlokje in de melk' tot 'een doodzieke koe' (als gevolg van mastitis).
Het gaat hierbij alleen om koeien die op dit moment mastitis hebben (al dan niet behandeld).
’Rusland gaat graan importeren’
Rusland gaat dit jaar weer graan importeren doordat het zelf graan tekort komt na de grote droogte die het land al weken teistert.
Dat meldt de Russische krant Vedomosti. Voor het agrarische jaar 2010-2011 zou Rusland minstens 5 miljoen ton graan willen importeren, volgens de krant die bronnen bij het ministerie van Landbouw aanhaalt.
Tot de huidige droogte, waardoor een kwart van de oogst verloren is gegaan, was Rusland een van de grootste graanexporteurs ter wereld. Volgens de krant heeft Rusland het besluit om graan te gaan importeren al genomen en is het alleen de vraag hoeveel het wordt.
Bron: ANP
Dat meldt de Russische krant Vedomosti. Voor het agrarische jaar 2010-2011 zou Rusland minstens 5 miljoen ton graan willen importeren, volgens de krant die bronnen bij het ministerie van Landbouw aanhaalt.
Tot de huidige droogte, waardoor een kwart van de oogst verloren is gegaan, was Rusland een van de grootste graanexporteurs ter wereld. Volgens de krant heeft Rusland het besluit om graan te gaan importeren al genomen en is het alleen de vraag hoeveel het wordt.
Bron: ANP
Klinische mastitis kost melkveehouder veel geld
Mastitis kost melkveehouders veel geld. Zo levert klinische mastitis een melkveehouder een schade op van 275 euro per koe.
Een celgetal van 400.000 cellen per milliliter melk kost 2 tot 5 liter melk per koe per dag. Dat blijkt uit berekeningen van de Gezondheidsdienst voor Dieren. De schade van mastitis bestaat uit de behandelingskosten en medicijnen, de verstoring van het werkritme bij het melken, een verhoogde afvoer van koeien, een melkgeldkorting en de lagere melkproductie en het weggooien van melk.
Amerikaanse onderzoekers berekenden dat een vaars 164 kilo melk minder produceert in eerste twee maanden na de diagnose van klinische mastitis. Oudere koeien produceren in die periode 253 kilo melk minder door de ziekte. De invloed van klinische mastitis werkt ook door in de volgende lactatie.
Vaarzen blijken gevoeliger te zijn dan oudere koeien als zij meerdere keren mastitis krijgen. Een vaars die voor de tweede keer mastitis krijgt, produceert de eerste twee maanden daarna 198 kilo minder melk. Bij oudere koeien neemt de melkproductie dan minder snel af (met 238 kilo). In meer dan de helft van de gevallen blijken bij opeenvolgende mastitisproblemen verschillende veroorzakende kiemen in het spel te zijn.
Bacteriologisch Onderzoek van de melk door de GD wijst uit welke ziektekiemen de mastitis veroorzaken. Deze ziektekiemen zijn bedrijfsgebonden. Daarnaast kan GD onderzoeken op welke antibiotica de gevonden mastitisverwekkers wel of niet reageren. Zo’n gevoeligheidsbepaling is belangrijk in verband met de behandelingskeuze en het optreden van resistentie.
Bron: agrarisch dagblad
Een celgetal van 400.000 cellen per milliliter melk kost 2 tot 5 liter melk per koe per dag. Dat blijkt uit berekeningen van de Gezondheidsdienst voor Dieren. De schade van mastitis bestaat uit de behandelingskosten en medicijnen, de verstoring van het werkritme bij het melken, een verhoogde afvoer van koeien, een melkgeldkorting en de lagere melkproductie en het weggooien van melk.
Amerikaanse onderzoekers berekenden dat een vaars 164 kilo melk minder produceert in eerste twee maanden na de diagnose van klinische mastitis. Oudere koeien produceren in die periode 253 kilo melk minder door de ziekte. De invloed van klinische mastitis werkt ook door in de volgende lactatie.
Vaarzen blijken gevoeliger te zijn dan oudere koeien als zij meerdere keren mastitis krijgen. Een vaars die voor de tweede keer mastitis krijgt, produceert de eerste twee maanden daarna 198 kilo minder melk. Bij oudere koeien neemt de melkproductie dan minder snel af (met 238 kilo). In meer dan de helft van de gevallen blijken bij opeenvolgende mastitisproblemen verschillende veroorzakende kiemen in het spel te zijn.
Bacteriologisch Onderzoek van de melk door de GD wijst uit welke ziektekiemen de mastitis veroorzaken. Deze ziektekiemen zijn bedrijfsgebonden. Daarnaast kan GD onderzoeken op welke antibiotica de gevonden mastitisverwekkers wel of niet reageren. Zo’n gevoeligheidsbepaling is belangrijk in verband met de behandelingskeuze en het optreden van resistentie.
Bron: agrarisch dagblad
Akkoord over Franse melkprijs
De Franse melkprijs ligt dit jaar zo'n 10 procent hoger dan in 2010.
Die melkprijs wordt echter wel meer gekoppeld aan die in andere landen, met name Duitsland. In de praktijk mag de Franse melkprijs straks niet meer dan 9 euro per 1.000 liter hoger liggen dan de Duitse.
Dat zijn de uitkomsten van het overleg tussen de melkveehouders en de organisatie van zuivelfabrikanten. Op basis van de afspraken komt de melkprijs in Frankrijk in het lopende kwartaal uit op 330 euro per 1.000 liter en over heel 2010 op een gemiddelde van 301 euro per 1.000 liter. ’’De hele basis van het akkoord komt overeen met onze eisen,’’ concludeert voorzitter Henri Brichart van de melkveehoudersbond FNPL. Zijn tegenhanger Olivier Picot van de koepelorganisatie voor de zuivelindustrie Atla is vooral tevreden ‘dat er nu een indexatie komt die meer rekening houdt met de concurrentie uit andere landen’.
Bron: Agrarisch Dagblad
Die melkprijs wordt echter wel meer gekoppeld aan die in andere landen, met name Duitsland. In de praktijk mag de Franse melkprijs straks niet meer dan 9 euro per 1.000 liter hoger liggen dan de Duitse.
Dat zijn de uitkomsten van het overleg tussen de melkveehouders en de organisatie van zuivelfabrikanten. Op basis van de afspraken komt de melkprijs in Frankrijk in het lopende kwartaal uit op 330 euro per 1.000 liter en over heel 2010 op een gemiddelde van 301 euro per 1.000 liter. ’’De hele basis van het akkoord komt overeen met onze eisen,’’ concludeert voorzitter Henri Brichart van de melkveehoudersbond FNPL. Zijn tegenhanger Olivier Picot van de koepelorganisatie voor de zuivelindustrie Atla is vooral tevreden ‘dat er nu een indexatie komt die meer rekening houdt met de concurrentie uit andere landen’.
Bron: Agrarisch Dagblad
Belgische veestapel groeit
De totale veestapel in België is in 2010 licht gestegen. De sterkste stijging werd vastgesteld in de pluimveehouderij waar 3,5 procent meer dieren werden geteld. Het totaal aantal veebedrijven daarentegen, daalt. Het Belgisch landbouwareaal blijft eerder stabiel (-0,6%). Het areaal aardappelen (+ 9,5%) en koolzaad (+18,6%) kende een sterke groei. Dat blijkt uit de voorlopige resultaten van de landbouwenquête van mei 2010.
In de varkenshouderij zien we een stijging van het aantal varkens (+1,2%), terwijl het aantal bedrijven daalt tot 5.879 (-4,6%). In 2010 zijn er in Vlaanderen opnieuw meer dan 6 miljoen varkens (5.933.240 in 2009 tegenover 6.000.619 in 2010). De varkenssector in Wallonië blijft zeer klein met 398.379 dieren en 754 bedrijven. De groei zit vooral bij de vleesvarkens. Het aantal zeugen is dan weer teruggelopen. Opvallend is ook de sterke daling van het aantal fokberen (-9,9%), maar dat zou verklaard kunnen worden door de groei van kunstmatige inseminatie in België.
Het aantal runderen in België blijft stabiel rond 2,6 miljoen dieren. Ook hier neemt het aantal rundveebedrijven af en wel met 4,8 procent. De daling zette zich sterker door in Vlaanderen (-5,3%) dan in Wallonië (-4,0%). Bij de slachtkalveren zien we een stijging van 8,6 procent. Het aantal melkkoeien en het aantal zoogkoeien blijft min of meer stabiel (beiden -0,5%). Het aantal vaarzen voor de vleesproductie kent wel een opvallende daling (-16,2% bij vaarzen jonger dan een jaar en -8% bij vaarzen van twee jaar of ouder).
Ook de pluimveesector laat eenzelfde fenomen zien, namelijk een stijgend aantal dieren en een dalend aantal bedrijven. Zo telt België in 2010 34,4 miljoen stuks pluimvee waarvan het overgrote deel in Vlaanderen zit (29,2 miljoen). Het aantal bedrijven daalt met één procent tot 3.673, waarvan 2.039 bedrijven in Vlaanderen zijn gelegen. Waar de stapel leghennen min of meer stabiel blijft, stijgt het aantal vleeskippen met 4,7 procent. Die stijging is volledig toe te schrijven aan Vlaanderen (+6,7%). In Wallonië is er een daling van 4,6 procent.
Wat de akkerbouwgewassen betreft, zien we voor de granen, na een daling van de oppervlakte met 5 procent in 2009, een verdere daling in 2010 van 1,8 procent tot 338.666 hectare. De daling manifesteert zich in alle graansoorten, behalve voor wintertarwe waar een stijging van 4,3 procent wordt genoteerd. In Vlaanderen is de stijgende trend nog duidelijker: +5,5 procent.
Na 2009, neemt ook in 2010 het areaal aardappelen toe (+9,5%). België telt nu 80.717 hectare aardappelen waarvan 46.227 hectare in Vlaanderen en 34.490 hectare in Wallonië. Zowel bij de vroege aardappelen als de variëteit bintje zien we een stijging van ruim 10 procent. Waar bintje bij de Waalse aardappeltelers nog veruit de belangrijkste teelt is, neemt in Vlaanderen het belang van vroege aardappelen en andere variëteiten steeds toe. Ook het areaal pootaardappelen is gestegen met maar liefst 15,7 procent in België.
Wat de nijverheidsgewassen betreft, daalt het areaal met 3,3 procent tot 93.220 hectare. In vergelijking met 2009 zijn er opvallende verschuivingen vast te stellen. Het areaal koolzaad stijgt met 18,6 procent tot 11.460 hectare. Die stijging is vooral sterk in Vlaanderen waar het areaal bijna is verdubbeld (+69,3%). Toch blijft de koolzaadteelt in hoofdzaak een Waalse aangelegenheid: 10.699 hectaren tegenover 761 hectare in Vlaanderen. Ook bij de suikerbieten is er een terugloop van het areaal vast te stellen: -5,4 procent tot 59.377 hectare. Het areaal cichorei daalt eveneens(-10,8%), net zoals het areaal landbouwzaden (37,5%).
Het areaal voedergewassen kende een lichte daling van -1,5 procent tot 267.606 hectare. De belangrijkste teelt blijft voedermaïs, maar dat areaal loopt achteruit (-2,3%). Bij de groenvoeders zien we een stijging van 5 procent die volledig op rekening van Wallonië komt (+36,1% tegenover -13,3% in Vlaanderen). Het areaal tijdelijke weiden blijft min of meer stabiel op 79.795 hectare. Voor de voederbieten zien we een daling van -3,6 procent. Die is vooral toe te schrijven aan Vlaanderen (-6,2%), terwijl in Wallonië het areaal gestegen is (+5,3%).
De totale oppervlakte blijvend grasland in Vlaanderen blijft stabiel schommelen rond de 500.000 hectare. Het areaal braakland kende wel een daling van -4,6 procent. Die achteruitgang is vooral het gevolg van het afgenomen areaal in Wallonië (-6,2%). De groenteteelt in openlucht is lichtjes gedaald tot 39.921 hectare (-1%). Bij sierteelt in openlucht is een sterkere daling waar te nemen: -4,3 procent. De teelten in serres blijven min of meer stabiel met 2.113 hectare (-0,6%).
In de varkenshouderij zien we een stijging van het aantal varkens (+1,2%), terwijl het aantal bedrijven daalt tot 5.879 (-4,6%). In 2010 zijn er in Vlaanderen opnieuw meer dan 6 miljoen varkens (5.933.240 in 2009 tegenover 6.000.619 in 2010). De varkenssector in Wallonië blijft zeer klein met 398.379 dieren en 754 bedrijven. De groei zit vooral bij de vleesvarkens. Het aantal zeugen is dan weer teruggelopen. Opvallend is ook de sterke daling van het aantal fokberen (-9,9%), maar dat zou verklaard kunnen worden door de groei van kunstmatige inseminatie in België.
Het aantal runderen in België blijft stabiel rond 2,6 miljoen dieren. Ook hier neemt het aantal rundveebedrijven af en wel met 4,8 procent. De daling zette zich sterker door in Vlaanderen (-5,3%) dan in Wallonië (-4,0%). Bij de slachtkalveren zien we een stijging van 8,6 procent. Het aantal melkkoeien en het aantal zoogkoeien blijft min of meer stabiel (beiden -0,5%). Het aantal vaarzen voor de vleesproductie kent wel een opvallende daling (-16,2% bij vaarzen jonger dan een jaar en -8% bij vaarzen van twee jaar of ouder).
Ook de pluimveesector laat eenzelfde fenomen zien, namelijk een stijgend aantal dieren en een dalend aantal bedrijven. Zo telt België in 2010 34,4 miljoen stuks pluimvee waarvan het overgrote deel in Vlaanderen zit (29,2 miljoen). Het aantal bedrijven daalt met één procent tot 3.673, waarvan 2.039 bedrijven in Vlaanderen zijn gelegen. Waar de stapel leghennen min of meer stabiel blijft, stijgt het aantal vleeskippen met 4,7 procent. Die stijging is volledig toe te schrijven aan Vlaanderen (+6,7%). In Wallonië is er een daling van 4,6 procent.
Wat de akkerbouwgewassen betreft, zien we voor de granen, na een daling van de oppervlakte met 5 procent in 2009, een verdere daling in 2010 van 1,8 procent tot 338.666 hectare. De daling manifesteert zich in alle graansoorten, behalve voor wintertarwe waar een stijging van 4,3 procent wordt genoteerd. In Vlaanderen is de stijgende trend nog duidelijker: +5,5 procent.
Na 2009, neemt ook in 2010 het areaal aardappelen toe (+9,5%). België telt nu 80.717 hectare aardappelen waarvan 46.227 hectare in Vlaanderen en 34.490 hectare in Wallonië. Zowel bij de vroege aardappelen als de variëteit bintje zien we een stijging van ruim 10 procent. Waar bintje bij de Waalse aardappeltelers nog veruit de belangrijkste teelt is, neemt in Vlaanderen het belang van vroege aardappelen en andere variëteiten steeds toe. Ook het areaal pootaardappelen is gestegen met maar liefst 15,7 procent in België.
Wat de nijverheidsgewassen betreft, daalt het areaal met 3,3 procent tot 93.220 hectare. In vergelijking met 2009 zijn er opvallende verschuivingen vast te stellen. Het areaal koolzaad stijgt met 18,6 procent tot 11.460 hectare. Die stijging is vooral sterk in Vlaanderen waar het areaal bijna is verdubbeld (+69,3%). Toch blijft de koolzaadteelt in hoofdzaak een Waalse aangelegenheid: 10.699 hectaren tegenover 761 hectare in Vlaanderen. Ook bij de suikerbieten is er een terugloop van het areaal vast te stellen: -5,4 procent tot 59.377 hectare. Het areaal cichorei daalt eveneens(-10,8%), net zoals het areaal landbouwzaden (37,5%).
Het areaal voedergewassen kende een lichte daling van -1,5 procent tot 267.606 hectare. De belangrijkste teelt blijft voedermaïs, maar dat areaal loopt achteruit (-2,3%). Bij de groenvoeders zien we een stijging van 5 procent die volledig op rekening van Wallonië komt (+36,1% tegenover -13,3% in Vlaanderen). Het areaal tijdelijke weiden blijft min of meer stabiel op 79.795 hectare. Voor de voederbieten zien we een daling van -3,6 procent. Die is vooral toe te schrijven aan Vlaanderen (-6,2%), terwijl in Wallonië het areaal gestegen is (+5,3%).
De totale oppervlakte blijvend grasland in Vlaanderen blijft stabiel schommelen rond de 500.000 hectare. Het areaal braakland kende wel een daling van -4,6 procent. Die achteruitgang is vooral het gevolg van het afgenomen areaal in Wallonië (-6,2%). De groenteteelt in openlucht is lichtjes gedaald tot 39.921 hectare (-1%). Bij sierteelt in openlucht is een sterkere daling waar te nemen: -4,3 procent. De teelten in serres blijven min of meer stabiel met 2.113 hectare (-0,6%).
DOC verhoogt melkprijs voor maand augustus
Kaascoöperatie DOC heeft haar voorschotmelkprijs voor augustus volgens berekening van het Agrarisch Dagblad verhoogd naar € 32,90 per 100 kilo exclusief btw.
Dat is ten opzichte van juli een toename van € 1,77."De afzet loopt goed en de prijzen blijven aardig op niveau. De resultaten ontwikkelen zich positief", zegt Jannes Oosterveld over de prijzen. In juli steeg de prijs naar € 31,13. Dat was onder meer te wijten aan de prijzen van weipoeder- en magere melkpoederprijzen. De vet- en eiwitprijs voor augustus staan op respectievelijk € 2,93 en € 6,59 exclusief btw.
De gemiddelde melkprijs van de onderneming komt dankzij de laatste prijs uit op € 29,38. Dat is een verschil van € 8,08 ten opzichte van een jaar eerder. Toen lag de gemiddelde prijs op € 21,30.
DOC meldt in zijn laatste nieuwsbrief dat het veelvuldig benaderd wordt door veehouders die informeren naar een lidmaatschap bij DOC. "Onder die mensen bevinden zich ook personen die een aantal jaar geleden weggingen bij DOC."
Die laatste vraag bracht DOC ertoe om te heroverwegen of ze deze leden nog wel terug willen. "Uiteindelijk hebben we besloten dat de leden welkom zijn, maar aan aanvullende voorwaarden moeten voldoen. Wij willen de toekomst in met trouwe leden." FrieslandCampina maakte al eerder een voorschotprijs van € 36,78 bekend.
Hoger saldo vleesvarkenshouders
Vleesvarkenshouders hebben in het tweede kwartaal van 2010 een hoger saldo behaald dan in het tweede kwartaal van 2009. Dat blijkt uit berekeningen van het landbouweconomisch instituut LEI.
Het saldo van 22.000 euro per vleesvarkensbedrijf met 1.500 is echter niet genoeg om een positief inkomen te realiseren.
Het verbeterde saldo komt vooral door de gedaalde voerprijs. De voerprijzen in de varkenshouderij waren van april tot en met juni van dit jaar 7 procent lager dan vorig jaar. Op kwartaalbasis levert dat een kostenvoordeel op van ruim 4.000 euro per bedrijf.
Daarnaast daalden de aankoopkosten van biggen meer dan de opbrengsten van vleesvarkens. In april en mei waren de biggenprijzen lager dan vorig jaar. Dit verschil is in juni bijgetrokken.
De varkensprijzen stegen door verbeterde afzetmogelijkheden gedurende het tweede kwartaal, maar lagen gemiddeld zes cent onder het niveau van 2009. Dat komt vooral door april en mei, want in juni lag de varkensprijs boven het niveau van 2009.
De export van levende varkens was in het tweede kwartaal met 1 miljoen stuks vergelijkbaar met vorig jaar. De meeste dieren (844.000 stuks) gingen naar Duitsland. Op de Duitse markt was minder concurrentie omdat de export van Deense varkens naar Duitsland terugliep. Hongarije is met 81.000 de tweede afnemer van levende varkens uit Nederland.
Met een gemiddeld saldo van 22.000 euro per bedrijf worden wel de variabele kosten gedekt, maar de vaste kosten zoals mestafzet, huisvesting en andere vaste kosten worden niet vergoed, aldus het LEI.
Het saldo van 22.000 euro per vleesvarkensbedrijf met 1.500 is echter niet genoeg om een positief inkomen te realiseren.
Het verbeterde saldo komt vooral door de gedaalde voerprijs. De voerprijzen in de varkenshouderij waren van april tot en met juni van dit jaar 7 procent lager dan vorig jaar. Op kwartaalbasis levert dat een kostenvoordeel op van ruim 4.000 euro per bedrijf.
Daarnaast daalden de aankoopkosten van biggen meer dan de opbrengsten van vleesvarkens. In april en mei waren de biggenprijzen lager dan vorig jaar. Dit verschil is in juni bijgetrokken.
De varkensprijzen stegen door verbeterde afzetmogelijkheden gedurende het tweede kwartaal, maar lagen gemiddeld zes cent onder het niveau van 2009. Dat komt vooral door april en mei, want in juni lag de varkensprijs boven het niveau van 2009.
De export van levende varkens was in het tweede kwartaal met 1 miljoen stuks vergelijkbaar met vorig jaar. De meeste dieren (844.000 stuks) gingen naar Duitsland. Op de Duitse markt was minder concurrentie omdat de export van Deense varkens naar Duitsland terugliep. Hongarije is met 81.000 de tweede afnemer van levende varkens uit Nederland.
Met een gemiddeld saldo van 22.000 euro per bedrijf worden wel de variabele kosten gedekt, maar de vaste kosten zoals mestafzet, huisvesting en andere vaste kosten worden niet vergoed, aldus het LEI.
'Graanstop Rusland geen probleem voor EU'
De Europese Unie zal geen enkele hinder ondervinden van de beslissing van Moskou om de Russische graanexport volledig stop te zetten. Dat heeft een woordvoerder van de Europese Commissie dinsdag aangegeven. Ondertussen laat ook Oekraïne verstaan dat het de graanexport beperkt. Na de volledige exportstop van Rusland gaat ook Oekraïne de uitvoer van graan aan banden leggen
De Russische graanstop is sinds zondag van kracht en ondertussen houden bosbranden nog steeds lelijk huis en blijven de graanvelden niet gespaard. Begin augustus schroefde Moskou de prognoses voor de graanoogst al met een derde terug tot 60-65 miljoen ton. Om de binnenlandse gevolgen daarvan te verzachten, legde premier Vladimir Poetin de Russische graanexport tot het einde van het jaar volledig stil.
Toch verwacht de Commissie geen hinder voor de Europese markten. 'De EU voert jaarlijks minder dan één miljoen ton Russisch graan in. Tegelijk schommelt de interne graanproductie in de Unie tussen 280 en 300 miljoen ton. De vergelijking van beide cijfers toont duidelijk aan dat de impact minimaal, dan niet quasi nul zal zijn', verduidelijkt men bij de Commissie.
Hoe dan ook beschikt de Europese Unie over 'grote graanvoorraden', gaf de woordvoerder nog mee. Eerder op de maand liet de Commissie al verstaan dat het aansnijden van die stocks momenteel aan de orde is.
Oekraïne
Na Rusland gaat ook buurland Oekraïne de graanexport aan banden leggen. Dat maakte de minister van Landbouwpolitiek, Mykola Pryssiajnioek, dinsdag bekend. Door het beperken van de uitvoer verzekert het land de binnenlandse voedselzekerheid, luidt het.
De uitvoer zou door de regering worden beperkt tot 1 miljoen ton voor gerst, en 1,5 miljoen ton voor tarwe. De beperkingen gelden vanaf 1 september tot 31 december.
In de havens ligt nog 1 miljoen ton granen klaar om verscheept te worden en daarvoor geldt de beperking niet. Het afgelopen jaar exporteerde Oekraïne ongeveer 21 miljoen ton graan.
De Russische graanstop is sinds zondag van kracht en ondertussen houden bosbranden nog steeds lelijk huis en blijven de graanvelden niet gespaard. Begin augustus schroefde Moskou de prognoses voor de graanoogst al met een derde terug tot 60-65 miljoen ton. Om de binnenlandse gevolgen daarvan te verzachten, legde premier Vladimir Poetin de Russische graanexport tot het einde van het jaar volledig stil.
Toch verwacht de Commissie geen hinder voor de Europese markten. 'De EU voert jaarlijks minder dan één miljoen ton Russisch graan in. Tegelijk schommelt de interne graanproductie in de Unie tussen 280 en 300 miljoen ton. De vergelijking van beide cijfers toont duidelijk aan dat de impact minimaal, dan niet quasi nul zal zijn', verduidelijkt men bij de Commissie.
Hoe dan ook beschikt de Europese Unie over 'grote graanvoorraden', gaf de woordvoerder nog mee. Eerder op de maand liet de Commissie al verstaan dat het aansnijden van die stocks momenteel aan de orde is.
Oekraïne
Na Rusland gaat ook buurland Oekraïne de graanexport aan banden leggen. Dat maakte de minister van Landbouwpolitiek, Mykola Pryssiajnioek, dinsdag bekend. Door het beperken van de uitvoer verzekert het land de binnenlandse voedselzekerheid, luidt het.
De uitvoer zou door de regering worden beperkt tot 1 miljoen ton voor gerst, en 1,5 miljoen ton voor tarwe. De beperkingen gelden vanaf 1 september tot 31 december.
In de havens ligt nog 1 miljoen ton granen klaar om verscheept te worden en daarvoor geldt de beperking niet. Het afgelopen jaar exporteerde Oekraïne ongeveer 21 miljoen ton graan.
Abonneren op:
Posts (Atom)