Binnen het DAIRYMAN-project, een EU Interreg-project, wordt gewerkt aan een milieuvriendelijke en economisch vitale melkveehouderij. In dit internationaal project is Vlaanderen één van de tien deelnemende regio’s. Het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), de Hooibeekhoeve, Boerenbond en het proefcentrum POVLT in Beitem zetten samen hun schouders onder meer duurzaamheid.
Dairyman, een afkorting voor 'dairy management', is een interregionaal project, dat loopt in een groot deel van Noordwest-Europa. De deelnemende landen zijn Duitsland, België, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. In deze streken met veel melkvee is het niet makkelijk om tegemoet te komen aan de Europese wetgeving inzake milieu en duurzaamheid. De hoofddoelstelling van het project is daarom een milieuvriendelijke en economisch vitale melkveehouderij stimuleren en de plattelandsgemeenschappen in deze gebieden versterken. Er wordt vooral gefocust op een efficiëntere benutting van grondstoffen.
Maar liefst 120 melkveebedrijven in Noordwest-Europa werden gemobiliseerd om deel te nemen aan Dairyman, waarvan 12 bedrijven in Vlaanderen. Het gaat om sterk verschillende bedrijven, verspreid over heel Vlaanderen. Het is immers de bedoeling dat andere melkveehouders in Vlaanderen zich aan deze 'voorbeeldbedrijven' kunnen spiegelen. Sommige bedrijven zijn groot en gespecialiseerd, terwijl andere melkveehouders naast hun melkvee ook varkens houden of aan akkerbouw doen. Elk bedrijf bleek ook met zijn eigen moeilijkheden te kampen, die anderen konden herkennen op hun eigen bedrijf.
Gebaseerd op deze knelpunten, wordt voor elk bedrijf een actieplan opgesteld onder begeleiding van adviseurs. Hierbij is het niet de bedoeling dat de melkveehouder grootse investeringen gaat doen. Met relatief eenvoudige ingrepen kunnen soms al verrassende resultaten worden geboekt. Door de koeien bijvoorbeeld enkele uren extra binnen te houden, kunnen de fosfaat en stikstof in de uitwerpselen, die anders terecht komen in de wei, beter benut worden. Ook het dieet kan iets beter gestuurd worden met positieve gevolgen voor de melkproductie.
De activiteiten binnen het project zijn divers van aard en worden zowel op regio- als bedrijfsniveau uitgevoerd. Zo wordt rekening gehouden met de kenmerken en belemmeringen van de melkveehouderij in heel Vlaanderen, maar ook met het uniek karakter van elk individueel bedrijf. Het voordeel van een internationaal project als Dairyman is dat Vlaamse landbouwers hun ervaringen en kennis kunnen delen met landbouwers uit andere regio’s uit Noordwest-Europa. Zo wordt eind september reeds een groep Ierse melkveehouders in Vlaanderen verwacht.
In het kader van het Dairyman-project worden bijeenkomsten georganiseerd om rond een specifiek thema te discussiëren en te leren. Dit zijn ideale gelegenheden om ervaring en kennis uit te wisselen met collega-melkveehouders, adviseurs en onderzoekers. De drijfveer van de Vlaamse melkveehouders om deel te nemen aan Dairyman is in hoofdzaak de kans om meer kennis en ervaring op te doen, waarbij voor velen de sociale contacten een duidelijke extra zijn.
Het is niet de bedoeling dat de opgedane kennis beperkt blijft tot de 12 voorbeeldbedrijven. Hun ervaringen worden gedeeld met andere melkveehouders in Vlaanderen. Ook de innovaties van de negen kennis-transfer-centra (KTC), verspreid over heel Noordwest-Europa, worden publiek gemaakt. In Vlaanderen is de Hooibeekhoeve in Geel het deelnemende KTC. In de loop van het project zullen de resultaten voorgesteld worden op open dagen en bijeenkomsten. Op die manier moeten de toepassingen ook voor de brede praktijk toegankelijk worden.