Als de weersomstandigheden zacht zijn in de herfst, loopt veel jongvee dan nog buiten. Voor het jongste vee is bijvoedering aangewezen.Eens het weer volledig zal omslaan, zullen we alle dieren permanent gaan opstallen. Let daarbij wel op: de overgang van de frisse buitenlucht naar het warmere stalklimaat verhoogt de kans op ademhalingsaandoeningen. Het najaar en de winter zijn gekend voor problemen met dieren die hoesten, een snotneus en versnelde ademhaling vertonen. Dit heeft zijn gevolgen voor de vruchtbaarheid: een verhoging van het percentage terugkeerders.
Scheren van de dierenDoor koeien en jongvee bij het opstallen te scheren, voorkom je dat de dieren hun warmte niet goed kwijt kunnen en gaan zweten. Door een natte vacht verliest het haarkleed zijn isolerende eigenschappen waardoor het dier koud krijgt. Dit vergroot niet alleen de kans op luchtwegaandoeningen, maar ook op huidparasieten. Voor hoogproductief melkvee is het belangrijk dat ze hun warmte goed kwijt kunnen. Dit stimuleert de voederopname en daarmee de melkproductie.Door de dieren te scheren, blijven de ze ook langer proper. Dit geeft als voordeel dat men direct opmerkt als het dier iets heeft voorgehad (gevallen of besprongen is geweest bv.). Bij dieren die smerig zijn, kun je de veranderingen in vervuiling niet zien.Bij het scheren moet je altijd tegen de haren in scheren (dus achteraan en onderaan beginnen). Het mooiste resultaat bekom je natuurlijk bij een volledig geschoren koe. Een koe die helemaal geschoren is, heeft geen winterhaar meer die haar beschermt tegen de koude winternachten. De beste manier om te werk te gaan is drie banen van haar rug en kont weg te scheren (omdat ze langs hier haar warmte verliest) en het haar op de buik te laten staan. Als je toch de koe helemaal wilt scheren, dan bekijk je best de weersvooruitzichten. Warme dagen en koude nachten (groot temperatuursverschil) of koude dagen met veel wind zijn niet ideaal om de koeien volledig te scheren. Ofwel moet je in fasen scheren: als ze op stal staan de ruggen eruit scheren, daarna het juiste moment afwachten om ze helemaal te scheren. Dieren die opgestald staan in open stallen scheer je het best niet.
Ventilatie en huisvestingBepaalde weersomstandigheden zorgen ervoor dat ademhalingsproblemen soms nog meer in de hand worden gewerkt. Een goede ventilatie in de stal is daarom van groot belang. Een groot temperatuurverschil en een hoge luchtsnelheid veroorzaken tocht die een grote warmteafgifte en afkoeling teweegbrengt bij het dier. De luchtinlaten moeten zodanig gekozen worden dat ze geen tocht veroorzaken, maar toch een voldoende luchtverversing garanderen. Dieren die jonger zijn dan 6 maand, huisvest je het best apart van het oudere jongvee en melkvee. Deze laatste vormen immers een besmettingsbron voor de jongere dieren. Ook een overbezetting van de stal moet je vermijden.
VaccinatieZiektekiemen kunnen zeer acuut toeslaan en hierbij komen behandelingen soms te laat. De bacteriƫn kunnen worden bestreden met antibiotica, maar tegen de virusinfecties bestaan geen medicijnen. Bij de geboorte krijgt het kalf antistoffen via de biest, die het kalf enkele maanden beschermt tegen de griep. Door het jongvee in te enten, wordt hun weerstand verhoogd. Er zijn op de markt gecombineerde vaccins die een bredere bescherming bieden tegen verschillende kiemen. Let op: een enting werkt niet altijd 100 %, gevaccineerde dieren krijgen de ziekte niet of veel minder erg dan niet gevaccineerd jongvee.